Ecodorp Boekel - innovation expo

Duurzaam bouwen: kleine innovators inspireren grote bedrijven

Dit vierde blog uit de reeks “Zes trends die je kon zien aankomen” verscheen op 26 april op de blog van VoordeWereldvanMorgen

Wij leven als een termietenkoningin

“Waarom hebben dieren geen kachels, en waarom heeft een visser of een boer het bijna nooit koud? Zij doen aan vasculaire fitness. Hun vaten zijn gewend om te reageren op warmte en koude prikkels. Bij alle andere mensen, die bijna permanent op 21 graden worden gehouden, is dat vermogen verloren gegaan. Het enige dier dat constant in een warm huis zit is de termietenkoningin. Zij lijdt aan zware obesitas”! Dit verhaal vertelde Arno Vlooswijk ons al in 2009. Hij pleitte daarom voor koude huizen met warme zones (en verwarmde meubelen) en niet het hele huis geïsoleerd en verwarmd op 21 graden.

Van Ruijsdael glas wijst in 2010 op het gevaar van verkeerde isolatie: condens zoekt koude om neer te slaan. Bij dubbelzijdig glas is al snel de muur de koudste plek in het huis, en dat veroorzaakt schimmel. Van Ruijsdael glas is enkelzijdig, blijft koud maar isoleert toch. Het zijn enkele van de initiatieven die al vroeg wezen op isolatie en anders bouwen. Recent onderzoek toont aan dat verkeerd isoleren een nieuw probleem heeft veroorzaakt: ongezonde binnenmilieus.

Energie-labels remmen innovatie

Isoleren voor energiebesparing op zichzelf is natuurlijk niet slecht. De afgelopen jaren ontstonden er talloze energiebesparende innovaties in de bouw. TonZon kwam bijvoorbeeld in 2010 met vloerisolatie in de vorm van thermoskussens voor kruipruimtes en daken. Hoewel de resultaten zeer goed waren, was het lastig om de onderneming van de grond te krijgen. Dat gold voor veel meer innovaties.

Dit heeft te maken met de manier waarop de energielabels worden bepaald. De overheid heeft een lijst van ‘erkende’ manieren van verduurzaming, bijvoorbeeld spouwmuurisolatie en dubbel glas. Om te bepalen in welke energieklasse een huis of kantoor valt, wordt gekeken welke maatregelen van de lijst zijn toegepast. Zo’n lijst loopt bijna als vanzelfsprekend voortdurend achter op de ontwikkelingen en is nooit compleet. Om op de lijst te komen, moeten de ondernemers dure testen laten doen. Veel startende ondernemers hebben die investeringsruimte niet. Deze systematiek remt daarmee direct de marktintroductie van nieuwe innovatieve methoden. Het zou beter zijn als men bij het bepalen van zo’n energielabel zou kijken naar het resultaat van de besparende maatregelen, dan naar de manier waarop.

Duurzaam bouwen is anders wonen

Transition Towns, Ecosofia, Zonneterp, Ecodorp Boekel en andere eco-dorpen zijn de ‘living labs’ van mensen die niet alleen duurzaam bouwen, maar het wonen als geheel verduurzamen. Wonen, werken, voedsel verbouwen, biodiversiteit, waterbeheer, recreëren…al deze aspecten worden meegenomen in het ontwerp. Het waardevolle daarvan is het fijnmazig – Internationale – netwerk van mensen die elkaar daarbij inspireren en kennis & ervaring uitwisselen. Zelf doen, integraal en inclusief denken. Los van de wereld van de Energielabels. Het is niet voor niets dat Transition Towns al in 2005 het woord ‘ transitie’ gebruikte.

Nieuwe bouwmaterialen

Inmiddels is er een niet aflatende stroom innovaties aan bouwmaterialen. Xiriton maakt bouwblokken van olifantsgras, Strobaal Bouwblok van stro en leem, er zijn isolatieplaten van algen, hennep, vlas. Nieuwe baksteen van vermalen puin (StoneCycling). Bouwen met zout. Gevelplaten die ruimte bieden aan vogels en vleermuizen. De bio-bouwmarkt wordt steeds veelzijdiger. Helaas wordt deze echter nog maar weinig serieus genomen door de gevestigde bouwwereld. Zij werken met raamcontracten, vaste leveranciers en zijn in de regel vrij conservatief. Hoe kunnen we hen verleiden?

De grote bouwwereld

Gelukkig zitten de grote bouwbedrijven alles behalve stil. Misschien was het de Tiny House Movement die bouwbedrijf Heijmans inspireerde tot de Heijmans One; een duurzaam en tijdelijk, eenpersoons huis dat kan worden geplaatst op braakliggende terreinen. BAM is met nieuwe leaseconcepten bezig. De tijd van snel goedkoop bouwen en wegwezen, maakt plaats voor eigenaarschap tot na de afschrijvingstermijn. Dan maak je als bouwer hele andere keuzes. Partijen als Volker Wessels en Strukton zijn al enige tijd zeer actief op duurzaamheid. Circulair beton is in ontwikkeling. Door structureel de samenwerking te zoeken binnen netwerken als MVO Nederland en door langzaam maar zeker aan te sluiten op de onuitputtelijke creativiteit in de samenleving, kunnen deze bedrijven van notoire achterlopers, koplopers worden in duurzaamheid. Laten we daar voor gaan!

Ineke en Rinske

Ineke van Zanten en Rinske van Noortwijk hebben in 2003 GreenWish opgericht en maken zich sterk voor meer ruimte voor duurzaam initiatief. Twitter: @inekevanzanten @RinskeGreenWish en @GreenWishNL

I-did Slow Fashion - Fair Fashion - GreenWish Trendwatching

6 trends die je kon zien aankomen: #3 mode

Dit blog verscheen op 19 april op de blog van VoordeWereldvanMorgen

Van fast fashion naar een eerlijke, nabije en duurzame keten

Nieuwe initiatieven zijn vaak een voorbode van een ontwikkeling die later gangbaar wordt. Ze geven ons een kijkje in de toekomst. Zo zijn Ineke van Zanten en Rinske van Noortwijk als oprichters van GreenWish – dat ruimte voor duurzame initiatieven faciliteert – sinds 2003 bij meer dan duizend van die initiatieven betrokken geweest. Dat heeft geleid tot een mooie, brede blik op het veld van sociale en duurzame initiatieven. Aan hen vroegen we een aantal trends te selecteren die ze jaren geleden al van veraf zagen aankomen. De derde trend gaat over eerlijke mode.

Slow Fashion

In 2009 kwam Mireille Geijsen van I-Did bij ons met een nieuw concept: zij lanceerde exclusieve mode van duurzame materialen (vaak hergebruikt), gemaakt door vooral allochtone vrouwen die in Nederland moeilijk aan het werk komen. Deze ‘slow-fashion’ was een antwoord op de voortrazende ‘fast-fashion’ met wegwerp-kleding van de grote merken. Het ging I-did en haar klanten niet alleen om de kleding, maar om het gehele concept. Het gehele verhaal moet kloppen: van grondstof, productie tot afvalstadium. Toch bleek het te vroeg om in Nederland op kleine schaal slow fashion te produceren.

Duurzame materialen

Vanaf die tijd groeide het aantal initiatieven rond duurzame mode in een rap tempo. Désirée Rasenberg zocht in 2010 bijvoorbeeld naar een alternatief voor het vervuilende katoen en viel voor het veel duurzamere jute. In India organiseerde zij de gehele keten, biologisch en sociaal duurzaam. Pure Jute levert niet alleen grote industriële partijen bio-jute, maar ook juist die kleine volumes zijn mogelijk.

Circulaire mode

Kleine volumes van duurzame materialen is voor kleine merken en jonge ontwerpers moeilijk te vinden. Bio-katoen is bijna niet te krijgen, omdat de grote spelers het allemaal afvangen. Misschien was dat wel een extra impuls achter de opmars van gerecycled materiaal. MUD-jeans kwam met de eerste lease-jeans. Je koopt hem niet, maar de broek blijft eigendom van MUD-jeans. Na een jaar kan je besluiten de jeans voor het restbedrag te kopen, of in de ruilen voor een nieuwe. Hiermee creëerde MUD-jeans haar eigen grondstoffenstroom. De broeken bestaan voor een kwart uit oude spijkerbroeken, momenteel het hoogst haalbare. Maar ook in dit geval was initiatiefnemer Bert van Son eigenlijk te vroeg en het nieuwe businessmodel nog niet helemaal haalbaar. Maar de geest was uit de fles.

Ruilen en delen

Los van de nieuw gemaakte mode van gerecycled materiaal ontstond er een golf van ruil- en deel sites, feesten en evenementen. Verschillende initiatieven zijn nog steeds actief. Zoals Lena- the fashion library, en Krijg de Kleertjes voor kledingpakketten voor baby- en kinderkleding. Het ’Delen is het nieuwe hebben’ in de praktijk. Mode ruilen en delen is de nieuwe mode, net als de algehele ’vintage hype’ van 2e hands winkels met kleding waarmee je jezelf kunt onderscheiden.

Houdbare business cases

In bijna alle gevallen was het voor de initiatiefnemers een zoektocht naar een houdbaar verdienmodel. Hun bijdrage gaat echter veel verder dan die producten. Zij lieten zien dat de wereld kritischer ging kijken naar fast-fashion, met korte levensduur, slechte arbeidsomstandigheden in lage lonen landen en vervuilende productie. Dat er draagvlak ontstond voor eerlijk, nabij en duurzaam. Voor hergebruik en delen. En zij kwamen met innovatieve materialen en sociale innovaties als lease-concepten en kleding-ruil-en customization-feesten. Langzaam begon de systeemwereld interesse te tonen.

Systeemwereld meets innovators

MVO Nederland bundelt de innovatiekracht van initiatieven als I-Did en MUD-jeans met de ontwikkelkracht van textielgiganten als C&A en het Nederlandse Leger. Hier komen doorbraken uit, zoals op het gebied van circulaire bedrijfskleding. Zij bemiddelen tussen twee werelden die elkaar niet vanzelfsprekend vinden en snappen, waardoor de transitie versnelt. Inmiddels hebben C&A en H&M eigen recycle-programma’s en duurzame modelijnen, waar partijen als I-Did een rol in spelen.

Schatplichtig aan de koplopers

Daarnaast wordt de slow-fasion op zichzelf ook professioneler, zoals Studio Jux  en Kings of Indigo. Dat kunnen zij ook worden, omdat de markt ervoor groeit. Een markt die de koplopers zagen aankomen, en misschien zelfs hebben wakker gekust. Laten we dat niet vergeten.

Ineke en Rinske

Ineke van Zanten en Rinske van Noortwijk hebben in 2003 GreenWish opgericht en maken zich sterk voor meer ruimte voor duurzaam initiatief. Twitter: @inekevanzanten@RinskeGreenWish en @GreenWishNL

 

Foto: I-Did. Foto door Lennert van der Veer

 

voedselverspilling

6 trends die je kon zien aankomen: #2 voedsel

Dit blog verscheen op 12 april op de blog van VoordeWereldvanMorgen

Nieuwe initiatieven zijn vaak een voorbode van een ontwikkeling die later gangbaar wordt. Ze geven ons een kijkje in de toekomst. Zo zijn Ineke van Zanten en Rinske van Noortwijk als oprichters van GreenWish – dat ruimte voor duurzame initiatieven faciliteert – sinds 2003 bij meer dan duizend van die initiatieven betrokken geweest. Dat heeft geleid tot een mooie, brede blik op het veld van sociale en duurzame initiatieven. Aan hen vroegen we een aantal trends te selecteren die ze jaren geleden al van veraf zagen aankomen. De tweede trend gaat over voedselverspilling.

Voedsel weer terug in de keten

Ongeveer vijf jaar geleden viel het ons op dat er ineens steeds meer initiatieven en ideeën rond voedselverspilling kwamen. Niet alleen bij GreenWish maar ook op andere plekken ontmoetten we mensen die zich druk maakten over het feit dat zoveel voedsel op de afvalberg belandde en daar wat aan gingen doen. Deze voorlopers gaven aan dat het tijd was voor verandering. Een mooi voorbeeld van zo’n initiatief is Kromkommer. De initiatiefneemsters waren in 2012 nog bezig met een studievak rond voedselverspilling en wonnen met hun idee voor “het redden van groenten” de Syntens Co-creatie prijs van Duurzame Dinsdag. Het winnen van die prijs bracht alles in een stroomversnelling; het idee werd een onderneming. Inmiddels brengt Kromkommer verschillende smaken soep op de markt van groenten die anders weggegooid zouden worden.

Ook het initiatief Voedselmarkt is zo’n voorbeeld dat al jaren geleden is gestart. De Voedselmarkt voorkomt dat voedsel op de afvalberg belandt en behoudt zo de waarde in de keten. Twee vissers zagen dat veel van hun vangst lang bleef liggen in koelhuizen. Het werd nooit verkocht. Dat was voor hen aanleiding om een online marktplaats te starten. Bedrijven die partijen voedsel over hebben kunnen dat op deze manier eenvoudig aan andere bedrijven verkopen.

Opgepakt door supermarkten

Supermarkten en bedrijven hebben de aandacht voor voedselverspilling de laatste jaren opgepikt. Sinds kort verkoopt supermarkt keten Jumbo bijvoorbeeld ook soepen van “kromme” groenten en de Albert Heijn verkoopt al een tijdje fruit en groenten die er iets minder mooi uit zien tegen een gereduceerde prijs. De supermarktketen lanceerde een app, waarmee je kunt zien welke producten tegen de houdbaarheidsdatum aanzitten en die je vervolgens goedkoper kunt aanschaffen.

Ook buiten Nederland is de strijd tegen voedselverspilling gaande. Op de markt in Brussel worden de overschotten na een marktdag sinds begin dit jaar niet langer vernietigd. De honderden kilo’s fruit en groenten die overblijven, worden ingezameld. Via een speciale website kunnen sociale organisaties dit voedsel bestellen. In Frankrijk gaan ze nog een stapje verder. Sinds eind vorig jaar is daar een wet van kracht die het supermarkten verbiedt voedsel weg te gooien!

Restaurants

Een aantal van die Initiatiefnemers vragen ook aandacht voor voedselverspilling in de horeca. Het initiatief FoodieBag (een van de winnaars van Duurzame Dinsdag in 2013) heeft mooie meeneem-doosjes ontwikkeld. Restauranteigenaars kunnen zo hun gasten de mogelijkheid bieden overgebleven eten mee naar huis te nemen. De FoodieBag was volgens ons de eerste met dit idee in Nederland, inmiddels zijn er meerdere alternatieven op de markt. En natuurlijk restaurant In-Stock in Amsterdam, waar je maaltijd helemaal wordt gemaakt van producten die anders je bord nooit zouden halen.

Wat kun je zelf doen?

Consumenten zijn de grootste verspillers: 42% van al het voedsel dat in de prullenbak verdwijnt, gooien we zelf weg, vooral uit angst voor de naderende houdbaarheidsdatum. Op de tweede plek komen de producenten met 39% (dit zijn getallen uit 2014). Ben je nieuwsgierig naar hoeveel voedsel wordt verspild in bijvoorbeeld 20 seconden? Kijk dan eens op de World Food Clock; het is nog meer dan je misschien al denkt. Kijk hier voor handige tips om slimmer in te kopen, slimmer te koken en slimmer te bewaren.

Ook een goed idee?

Als je een baanbrekend, goed idee hebt, vertel het de wereld. Via Duurzame Dinsdag, waar GreenWish  aan meewerkt, kun je jouw initiatief onder de aandacht brengen van politiek en beleidsmakers. Elk jaar worden de aangemelde initiatieven op de eerste dinsdag van september aangeboden aan een bewindspersoon in het Duurzame Koffertje. Volgens ons heel belangrijk, omdat hierin signalen zitten voor de toekomst. De Koffer voor 2016 is open: aanmelden kan hier. Op 6 september wordt de Koffer aangeboden aan het kabinet.

Ineke en Rinske

Ineke van Zanten en Rinske van Noortwijk hebben in 2003 GreenWish opgericht en maken zich sterk voor meer ruimte voor duurzaam initiatief. Twitter: @inekevanzanten @RinskeGreenWish en @GreenWishNL

 

Foto: Food Waste Fiasco door Sean Aranda cc.

Hoe kies je een digitaal platform?

Digitale platforms zijn hot! Ook voor het versnellen en vergemakkelijken van maatschappelijk initiatief kan een  digitaal platform heel behulpzaam zijn. Uiteraard werkt het alleen als ze onderdeel zijn van een proces van samenwerking met bewoners, initiatiefnemers, professionele organisaties en gemeenten.

Digitaal platform als verbinder
GreenWish lanceerde zelf in 2011 het IdealenKompas. In die tijd waren digitale platforms nog helemaal niet zo bekend. Onze gedachte was: we maken het makkelijker voor initiatiefnemers als zij -in de samenleving- kunnen vinden wat ze nodig hebben: geld, menskracht, ruimte en middelen. Bovendien vinden ook aanbieders zo veel makkelijker de projecten die juist bij hen passen. Uit de tijd dat ik bij een fonds werkte, weet ik nog hoeveel tijd en energie het kostte om aanvragen af te wijzen. En dan heb ik het nog niet over de frustratie bij initiatiefnemers, die zoveel moeite hadden gedaan om een mooie aanvraag te maken, die vervolgens niet werd gehonoreerd omdat de aanvraag niet paste binnen de criteria van het fonds.

Het IdealenKompas verbindt initiatiefnemers met elkaar en met aanbieders: fondsen, bedrijven, gemeenten en personen. Op een gelijkwaardige manier en vanuit de gedachte: je kunt alles wat je nodig hebt voor een initiatief vinden in de samenleving; het draait zeker niet alleen om geld. We zijn inmiddels vijf jaar verder en er zijn allang meer en andere marktplaatsen voorhanden. En dat is goed! Elk type marktplaats voorziet namelijk in een andersoortige behoefte. Om met elkaar helderheid te scheppen in welke mogelijkheden er nu zo al zijn, organiseerden we op 29 maart een leerkringsessie in Paviljoen Pop te Utrecht. Met een aantal vertegenwoordigers van platforms, gemeenten, initiatievenknooppunten en een waterschap namen we een aantal platforms en essenties onder de loep.

Welk effect wil je bereiken?
Al gauw hadden we het over de vraag: welke rol pak je als gemeente? Iedereen kent ze wel, voorbeelden waar een platform is gemaakt, en waar vervolgens niks gebeurt. Of waar “niemand op wil” want het is toch van de gemeente? De kernvraag waar het om draait is welk effect wil je bereiken en wie wil dat nog meer? Een platform is geen doel op zich. Je wilt dat er iets gebeurt, en het platform kan je -mits goed ingebed- daarbij helpen. Veel voorkomende behoeften zijn:

  • inzicht in maatschappelijke initiatieven en wat zij nodig hebben
  • matchen van maatschappelijk vraag en aanbod (zie bijvoorbeeld IdealenKompas)
  • het makkelijker maken voor initiatiefnemers om te vinden wat ze nodig hebben
  • zicht op de maatschappelijke meerwaarde van initiatieven (zie bijvoorbeeld MAEX)
  • zicht op waar het beweegt en waar het juist niet beweegt (bijvoorbeeld voor een gemeente interessant)
  • verbinden van hulpvragers en aanbieders van hulp (bijvoorbeeld  op het gebied van zorg)
  • een digitaal dorps- of buurtplein: alles bij elkaar (zie bijvoorbeeld Mijn Buurtje)
  • ruilen en delen van spullen en diensten op wijk- en buurtniveau
  • cocreatie: bijvoorbeeld samenwerking tussen gemeente en buurt op bepaalde thema’s (zie bijvoorbeeld Buurbook)
  • op een directere manier communiceren over plannen en inzichten uit wijk en buurt

In deze presentatie lees je meer over de vragen die je moet stellen en een aantal voorbeelden van platforms.

Op wijk- en buurtniveau
Hanneke van Stokkum (Mijn Buurtje) en Merijn van der Mooren (gemeente Overbetuwe) vertelden meer over Mijn Buurtje en een lokale variant daarvan in de gemeente Overbetuwe: Over Ons Overbetuwe. In deze gemeente is er zelfs een tweede platform: Overbetuwevoorelkaar.nl.Het eerste is een digitaal dorpsplein, en werkt met buurt verbinders. Essentieel in de aanpak van Mijn Buurtje: het gaat niet om websites maar om mensen! Dus investeer in community building. De tweede website is vooral een ontmoetingsplaats voor zorgvragers en -aanbieders in de buurt. Beide platforms doen naast verbinden nog iets anders: ze maken mensen onafhankelijker van de gemeente.

Wat was nou de rol van de gemeente in de totstandkoming van deze beide sites? Merijn van der Mooren van de gemeente Overbetuwe: “We werden benaderd door twee verschillende initiatieven. Beiden wilden invulling geven aan betere verbindingen. Eerst denk je: kan dat dan niet in 1 platform? Een soort primaire reactie omdat er al zoveel is. Maar in dit geval bleek het nuttig om twee aparte trajecten te bewandelen, maar wel in onderlinge samenhang. De gemeente heeft beide platforms financieel ondersteund, maar is niet de eigenaar. De initiatiefnemers hebben de platforms gemaakt, in goede onderlinge afstemming met elkaar en met de gemeente. Ze maken het ons in zekere zin gemakkelijker, omdat mensen nu zelf beter kunnen vinden wat ze nodig hebben, voor een deel buiten de gemeente en de officiële instanties om.”

Peter Rook uit Amersfoort liet ons de mogelijkheden zien van Gebiedonline en dan speciaal de versie die in Amersfoort is gemaakt: Iris in Nieuwland. Naast het zichtbaar maken en mogelijkheden tot ruilen en delen in de wijk, kunnen mensen ook wensen delen: zoals “Ik wil de wijkboerderij nieuw leven inblazen” of “ik wil een eetlokaal starten”. Via het platform kunnen anderen aanhaken en voilà! Een nieuw project is een feit.

Verbindingen visualiseren via Kumu
Een heel andere manier om sociale netwerken te visualiseren is Kumu. Voor mij was dit nog helemaal nieuw. Kijk maar eens naar het filmpje. Rens Schipper – betrokken bij onder meer energie coöperatie Zoetermeer- gebruikt het om allerlei verbanden tussen initiatieven inzichtelijk te maken. Rens vertelt: “Kumu laat knooppunten van verbindingen zien en wordt voor allerlei toepassingen gebruikt. Zo kun je bijvoorbeeld door het volgen (en invoeren) van tweets rond een bepaald onderwerp, heel makkelijk uitvinden wie bij dat onderwerp belangrijke stakeholders zijn. Ik doe het voor mijn eigen initiatief en krijg snel inzicht op wie ik wat kan vragen”. Interessant: later dit jaar zal Rens via de Academie voor Knooppunten van Maatschappelijk initiatief een speciale Kumu sessie organiseren. Wil je daar meer over weten? stuur ons dan een mail.

Co-creatie
Een slim digitaal platform is te gebruiken als instrument. Allereerst omdat het mensen minder afhankelijk maakt, veelal van de gemeente. Maar je kunt ook in samenwerking met bewoners nieuwe projecten realiseren of uitvinden wat mensen bezig houdt. Een platform dat zich vooral op richt op samenwerking tussen bewoners, overheid en professionals is BuurBook. De Nederlandse variant op het onlangs gelanceerde Nextdoor. Buurbook is open en transparant, Nextdoor is besloten en alleen voor bewoners. Wil je meer verschillen weten tussen beide platforms, lees dan dit.

De volgende stap
Ruilen en delen, co-creatie en verbinden, strategisch inzetten als beleidsinstrument, het kan allemaal en de volgende stap  is al weer in zicht. Een digitaal platform als middel om maatschappelijk vragen in co-creatie op te lossen. De eerste voorbeelden dienen zich aan, zoals Civocracy dat uitgaat van geïnformeerde participatie, transparantie en betrokkenheid. Mensen kunnen via dit platform bijdrage aan het vinden van oplossingen voor maatschappelijke problemen, in samenwerking met beslissers in vanuit de overheid, bedrijven, en non-profit organisaties. Dit zijn de instrumenten die horen bij een wezenlijk andere manier van werken van de overheid, namelijk écht samen.

Ineke van Zanten
april 2016

Duurzame Dinsdag 2017

Duurzame Dinsdag-koffer open voor álle duurzame ideeën

Geef jouw idee een podium in politiek Den Haag

De afgelopen jaren zijn steeds meer mensen met een duurzaam idee opgestaan. Al die ideeën verdienen een podium. Dat podium biedt Duurzame Dinsdag. Ideeën op het gebied van energie, mobiliteit of techniek bijvoorbeeld, maar ook op het gebied van voedsel, sociale innovatie en natuur. Duurzame Dinsdag is er voor álle duurzame ideeën.

Tot 15 juni verzamelt Duurzame Dinsdag inspirerende en innovatieve ideeën uit de samenleving op duurzamedinsdag.nl. Die ideeën worden op de eerste dinsdag van september aangeboden aan het kabinet. Op deze dag neemt Staatssecretaris Dijksma de koffer met ideeën in ontvangst. Dit koffertje is de afgelopen 18 jaar een icoon geworden: een icoon dat de duurzame samenleving verbindt aan de politiek. De beste ideeën krijgen letterlijk een podium die dag.

Kans op één van maar liefst zes prijzen Een jury onder leiding van Maurits Groen zal zich over de ingediende ideeën buigen. De prijzen en thema’s die dit jaar centraal staan zijn:

–         Asito Sociale-innovatieprijs, voor mensen die met hun initiatief mensen bij elkaar brengen;

–         Greenchoice Energieprijs, voor mensen die een idee, oplossing of advies hebben hoe Nederlanders dichtbij huis écht baas worden over hun eigen energie;

–         NS Reis mee-prijs, voor mensen met een idee dat bijdraagt aan meer duurzaam reizen;

–         ENGIE Jongerenprijs, voor jongeren <30 met een duurzaam idee op het gebied van technologie;

–         VHG Groenprijs, voor mensen die met hun idee of initiatief groen naar je buurt brengen;

–         Lidl Voedselprijs, voor mensen met een duurzaam idee op het gebied van voedsel.

Duurzame Dinsdag helpt initiatiefnemers verder Alle ideeën krijgen een plek in de koffer, ook ideeën die niet binnen één van de thema’s vallen. Niet alleen prijswinnaars, maar ook andere innovatieve en inspirerende initiatieven worden een stapje verder geholpen. Duurzame Dinsdag biedt toegang tot een breed netwerk aan professionals en andere initiatiefnemers. Samen verbinden, versnellen en versterken we mensen en hun ideeën.

Over Duurzame Dinsdag Duurzame Dinsdag zet zich al 18 jaar in voor een duurzame samenleving. De vele partners zorgen ervoor dat mensen met duurzame ideeën een platform krijgen en hun idee verder kunnen brengen. De Duurzame Dinsdag-koffer, vol met initiatieven van particulieren, bedrijven, jong en oud, wordt op 6 september op het Binnenhof – in de Oude Zaal van de Tweede Kamer – aangeboden aan het kabinet.

Dien jouw idee in via duurzamedinsdag.nl, en geef jouw idee een podium in politiek Den Haag!

Trend - Platic bewust

6 trends die je kon zien aankomen: #1 plastic

Dit blog verscheen op 5 april 2016 op de blog van Voor De Wereld van Morgen:

Op naar een circulaire plastic keten

Nieuwe initiatieven zijn vaak een voorbode van een ontwikkeling die later gangbaar wordt. Ze geven ons een kijkje in de toekomst. Zo zijn Ineke van Zanten en Rinske van Noortwijk als oprichters van GreenWish – dat ruimte voor duurzame initiatieven faciliteert – sinds 2003 bij meer dan duizend van die initiatieven betrokken geweest. Dat heeft geleid tot een mooie, brede blik op het veld van sociale en duurzame initiatieven. Aan hen vroegen we een aantal trends te selecteren die ze jaren geleden al van veraf zagen aankomen. De eerste trend gaat over plastic.

Take me Bag

“Er komt een tijd dat we ons niet meer kunnen voorstellen dat we zo verkwistend met plastic omgingen” mailde Caroli Buitenhuis ons in 2005, toen ze met haar idee voor een Tassenbol voor plastic zakken aanklopte bij GreenWish. Het idee was even eenvoudig als geniaal. Lege tassen over? Doe ze bij de winkel in een speciale Tassenbol. Tas tekort? Haal er een uit de Tassenbol. Caroli vroeg ons hoe ze dit het best kon aanpakken, aldus Ineke en Rinske. Dat bleek niet eenvoudig. Supermarkten wilden er veelal niet aan, en de rijksoverheid vond de verwachte milieuwinst destijds niet groot genoeg om te investeren in een pilot. Caroli zette door, de Tassenbol kwam bij een aantal vooruitstrevende supermarkten te staan. Inmiddels is de Tassenbol geëvalueerd tot de TakeMeBag en eenvoudig online te bestellen. Na de Tassenbol zagen we jarenlang veel andere initiatieven met alternatieven voor plastic tassen.

Nu, ruim tien jaar later, is er bij de overheid ook meer aandacht voor plastic en duurzaam verpakken. Sinds een paar maanden is het verboden om gratis plastic tasjes mee te geven in de winkel. En niet onterecht: uit een studie van de Ellen Mac Arthur stichting, het Wereld Economisch Forum en Mc Kinsey blijkt dat minder dan 14% van al het plastic wereldwijd wordt ingezameld. De rest wordt gestort, verbrand of komt in de omgeving terecht.

Upcycling

Je ziet nu veel initiatieven, waarin plastic wordt hergebruikt en bijvoorbeeld met 3D-printers wordt omgetoverd tot iets nieuws. Een mooi initiatief is Wasted. Buurtbewoners kunnen hun plastic afval inleveren in ruil voor korting bij lokale ondernemers. Dit plastic wordt in buurtlabs verwerkt tot onder meer plantenbakken en bankjes. In veel gemeenten wordt plastic gescheiden opgehaald. Maar via Wasted is ophalen dus niet meer nodig.

Op de website van Wasted lees je alles over hoe jij je eigen laboratorium kunt openen. Met het idee dat de Wasted methode zo snel mogelijk in andere buurten overgenomen wordt, bieden ze alle details van hun methodes, processen en ontwerpen Open Source aan.

Plastic van dode kevers

Plastic hergebruiken is een ding, maar bioplastics gaan nog een stapje verder. Designer Aagje Hoekstra deed onderzoek naar landelijke reststromen en kwam erachter dat insectenkwekerijen wekelijks een grote hoeveelheid dode kevers als afval hebben. Zij kweken meelwormen voor (dier)voedsel. Deze meelwormen komen voort uit de meelkevers, die een aantal maanden na het leggen van hun eitjes sterven. De dode kevers bevatten het polymeer chitine in hun schild. Ze heeft daarvan een bioplastic gemaakt, dat als grondstof dient voor sieraden.

Of wat te denken van (eetbaar) zeewier dat plastic flessen als verpakkingsmateriaal voor water overbodig maakt? De waterbubbels van Ooho! hebben geen andere verpakking meer nodig. Er zijn allerlei inmiddels allerlei goede alternatieven voor plastic in de verpakkingsindustrie ontwikkeld. De tijd lijkt rijp om deze grootschalig te gaan gebruiken en de innovatie vanuit duurzame initiatieven kunnen we daar goed bij gebruiken.

Wat je zelf kunt doen

Als je een baanbrekend, goed idee hebt, vertel het de wereld. Via Duurzame Dinsdag, waar GreenWish[i2]  aan meewerkt, kun je jouw initiatief onder de aandacht brengen van politiek en beleidsmakers. Elk jaar worden de aangemelde initiatieven op de eerste dinsdag van september aangeboden aan een bewindspersoon in de het Duurzame Koffertje. Volgens ons heel belangrijk, omdat hierin signalen zitten voor de toekomst. De Koffer voor 2016 is open: aanmelden kan hier: Duurzamedinsdag.nl Op 6 september wordt de Koffer aangeboden aan het kabinet.

Ineke en Rinske

Ineke van Zanten en Rinske van Noortwijk hebben in 2003 GreenWish opgericht en maken zich sterk voor meer ruimte voor duurzaam initiatief. Twitter: @inekevanzanten @RinskeGreenWish en @GreenWishNL
Foto: Nadya Peek op Flickr