Expeditie Omgevingswet

Expeditie Omgevingswet – de burger in de master-rol

Expeditie Omgevingswet

De Omgevingswet stimuleert integraal werken, roept de samenleving op om kansen te pakken en baseert zich op vertrouwen. Deze drie elementen zitten als van nature in maatschappelijk initiatief. Tijdens de Burgermasterclass Omgevingswet zetten we daarom maatschappelijke initiatiefnemers en burgers in de master-rol. Initiatieven leerden de instituties wat de transitie van de Omgevingswet beoogt. Koppels van initiatiefnemers en ambtenaren/bestuurders gingen op ontdekkingstocht naar een dieper niveau van leren.

De BurgerMasterclass zocht naar de essentie van de verandering die de Omgevingswet gaat brengen. Niet in juridische zin, maar in de zin van het samenspel tussen mensen. Een groep van zo’n 50 mensen uit allerlei organisaties, initiatieven en invalshoeken ging samen op expeditie. Op zoek naar wederzijds begrip van elkaars kaders, drijfveren, ervaring en vooroordelen. Inzicht hierin en verbeeldingskracht zijn de motoren achter de verandering.

Expeditie Omgevingswet

De BurgerMasterclass vond plaats bij ontwerperscollectief Nul Zes (Gasfabriek 3a in Eindhoven) dat al sinds het begin van de gebiedsontwikkeling plaats nam op het NRE terrein. Het terrein is volop in ontwikkeling, met tal van nieuwe plekken en bewoners. Tijdens de expeditie zoomden we in op deze plek, en kon je meer te weten komen over hoe dit boeiende stukje Eindhoven zichzelf ontwikkelt. Met nadruk op zichzelf, want het is goed te zien dat bewoners en gebruikers van het terrein zich vrij voelen zelf invulling te geven aan het maken van een fijne verblijfsplaats. En ook zelf spelregels maakten. De Omgevingswet in de praktijk!

Expeditie Omgevingswet

Het werd met recht een expeditie.

Startpunt was station Eindhoven Centraal. Vandaar uit liepen de deelnemers naar Nul Zes. In drietallen in diverse deelsessies en op een creatieve manier ervoeren de deelnemers wat de Omgevingswet voor de eigen situatie betekent. In het reisverslag lees je de highlights van deze ervaring. Bijvoorbeeld: “Alles mag, maar wel samen en alleen met initiatiefnemers die zelf ook eindgebruiker zijn” en “wetten en regels passen we toe vanuit de bedoeling” en “we ‘helen’ de relatie tussen systeem- en leefwereld”.

Expeditie Omgevingswet

De BurgerMasterclass is georganiseerd in opdracht van RVO (programma DuurzaamDoor), in samenwerking met Jean Eigeman, GreenWish, LSA en het designersteam: Anne van Strien,Siem Nozza en Axel Coumans.

duurzaamdoor Logo

 

draai naar de nieuwe economie

Match: sociaal ondernemers en beleidsmakers versterken elkaar

Het liefst zijn wij oliemannetjes! GreenWish bouwt graag bruggen tussen initiatiefnemers en organisaties, want die hebben elkaar veel te bieden. Maar omdat beiden een andere logica hebben en soms letterlijk een andere taal spreken gaat samenwerken niet vanzelf. Daarom zijn we blij met het matchmaking evenement, waar initiatiefnemers en medewerkers van het Versnellingshuis elkaar ontmoetten op 26 november bij VNO-NCW in Den Haag. Een week later waren we te gast bij het Innovatieteam van het Ministerie van Sociale Zaken. Een draai naar de nieuwe economie hangt in de lucht.

De Koffer van Duurzame Dinsdag zit vol met initiatieven en sociaal ondernemingen. Sinds 21 jaar is het een verzamelplek van duurzame initiatieven. Alle inzendingen worden aangeboden aan het kabinet. Ook dit jaar maakte GreenWish een analyse van 522 inzendingen. Bovendien dragen we bij aan vervolgacties in opdracht van de Ministeries I&W, LNV en Sociale Zaken.

Duurzame initiatieven en sociaal ondernemingen kun je zien als een Research & Development afdeling van de samenleving. Er zit veel innovatie tussen, maar lang niet alles lukt. Veel initiatieven werken vanuit de toekomst, ze geven zicht op nieuwe ontwikkelingen, noemen nieuwe thema’s, vinden oplossingen voor problemen die we nu nog niet onderkennen, zoals waterbesparing en waterzuivering in huishoudens.

Omdat veel initiatiefnemers voor de massa uitlopen hebben ze vaak zelf van alles nodig: van specifieke kennis, ruimte in regels tot financiering. Aan de andere kant bieden deze voorlopers voor de overheid een enorme bron aan inspiratie en innovatie. Het contact tussen overheden en initiatiefnemers is wat ons betreft daarom altijd wederkerig: uitgangspunt is hoe kunnen we samen het nieuwe omarmen en de beweging versnellen?

Op 26 november waren zo’n vijftig initiatiefnemers te gast bij VNO-NCW in Den Haag. In opdracht van het Ministerie van I&W organiseerden Sustainable Motion, RDHV en GreenWish een matchmakingsbijeenkomst met casemanagers van het Versnellingshuis. Het Versnellingshuis Nederland circulair is een samenwerkingsverband van verschillende organisaties met één doel: de Nederlandse economie circulair maken. Het ondersteunt ondernemers bij het ontwikkelen, lanceren en opschalen van circulaire producten en diensten. Je kunt er terecht met allerlei vragen. Ze fungeren als sparringpartner en kunnen helpen met specifieke kennis, ook over het vinden van financiering bijvoorbeeld. Tijdens de matchmaking werden veel matches gemaakt, die in de komende weken opvolging gaan krijgen.

Op 3 december waren we bij het Innovatieteam Ministerie van Sociale Zaken. Dit keer zonder initiatiefnemers. We spraken daar onder meer over werkgelegenheid voor mensen met een arbeidsbeperking. Voor veel sociaal ondernemers is dat een primair doel van hun bedrijf. Sociaal ondernemingen zijn de sociale werkplaatsen van nu. Deze ervaringen zijn voor het Ministerie zeer relevant. Zij kunnen  wellicht gemeenten stimuleren en faciliteren om meer samen te werken met sociaal ondernemers.

 

Kledingmonitor

Kleding monitor gaat fashion libraries helpen

Kledingmonitor

Over enkele jaren kan je ook in ‘gewone winkels’ kleding lenen. Dit is wat de fashion libraries in Nederland voorspellen en zij willen deze beweging in Nederland versnellen. Dat kan alleen als merken enthousiast worden. De Kleding monitor gaat uitkomst bieden, door gegevens van geleende mode én klanten te verzamelen en beschikbaar te maken voor merken. De Kledingmonitor is een initiatief van GreenWish en Lena Library en gemaakt door Bee-Ideas. Daarnaast werken Hulaloop, Circos, Outfit Library Less en Bij Priester er aan mee.

Meer fashion libraries in Nederland

Kledingverhuur is het snelst groeiende onderdeel van de modesector, blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau GlobalData. Volgens dit onderzoek zal de markt voor online kledingverhuur in 2023 groeien naar 2,5 miljard dollar (2,2 miljard euro). Lena in de Westerstraat in Amsterdam was de eerste echte kleding­bibliotheek van Nederland. Inmiddels zijn er 5 tot 7. De fashion libraries onderscheiden zich van de kringloopwinkels en vintage. De mode is in de regel nieuw en van hoge kwaliteit. Enkele merken beginnen ook eigen kleding te verhuren. Recent lanceerde H&M het leen-model in Stockholm. En Urban Outfitters Inc. startte deze zomer Nuuly, een verhuurservice voor hun eigen merkkleding en voor labels die bij hen verkocht worden, zoals onder andere Levi’s.

Lenen is business

De libraries laten zien dat lenen business is. Hoe langer de mode meegaat, des te sterker de business case. Alleen als de mode niet snel stuk gaat, of geen gebruikssporen krijgt, kan het lang en vaak geleend worden. De ondernemers laten zien dat dat het werkt. Mensen lenen kleding, vooral omdat het beter is voor het milieu, goedkoper is en om miskopen te voorkomen. Het is een alternatief voor fast fashion.

Merken zijn voorzichtig

Er bestaan veel vooroordelen bij merken over lenen. Men denkt dat de kleding snel zal slijten door onvoorzichtigheid. Maar dat is niet de ervaring van de libraries. Mensen zijn extra voorzichtig met hun geleende spullen. Bovendien wassen de klanten de kleding meestal niet zelf en juist het reinigen is kritiek. Door op de goede manier te reinigen blijft kleding veel langer mooi.

Men denkt ook dat het imago van lenen niet zal passen bij hun klanten. Maar veel merken hebben weinig contact met hun klanten. De libraries hebben juist een heel goed contact met hun klanten. Zij betrekken hen bij ondernemersvragen, zij werken samen met ‘hun communities’ om het concept te verbeteren. Hieruit blijkt onder meer dat jonge klanten door te lenen vertrouwd raken met merken die zij nu nog niet kunnen betalen, maar straks wellicht wel. Merken kunnen via de libraries veel meer te weten komen over hun klanten en hun ervaring met de kleding.

Waarom een monitor

De Kleding monitor is een idee van GreenWish na een sessie van Duurzame Dinsdag met fashion libraries en hun stakeholders. De libraries gaven aan een betere onderhandelingspositie te willen met de merken. Nu kopen ze de kleding zelf in via diverse kanalen. Maar liever zouden zij met specifieke merken direct zaken doen. Dat lukte nog niet op grotere schaal. Door merken te gaan ‘benchmarken’ en informatie te vergaren over collecties en klanten, hebben de libraries de merken meer te bieden. Het idee is geïnspireerd op de Reparatiemonitor van de organisatie Repair Café. Het ministerie van I&W/RWS stelde GreenWish en de libraries in staat om dit idee uit te werken.

Bee-Ideas en de Kleding monitor

De eerste versie van de Kleding monitor is gebouwd door Bee-Ideas. Deze sociale onderneming helpt mensen met afstand tot de arbeidsmarkt richting werk, door IT-oplossingen uit te werken voor duurzame doelen. Een win-win situatie. De Kleding monitor werd in oktober afgerond. Het prachtige product, dat samen met de libraries is ontwikkeld, is zo opgezet dat het de libraries weinig extra inspanning kost. De libraries blijven eigenaar over hun eigen data. Zij spreken gezamenlijk af welke gegevens geanalyseerd mogen worden en voor wie.

Doorkijk naar de toekomst

De volgende stap is dat we met hulp van het ministerie van I&W, de monitor gaan uitproberen met nieuwe collecties. We gaan in 2020 minimaal 5 merken uitnodigen om specifieke collecties via de libraries te verspreiden. Vervolgens gaan we de gegevens monitoren en analyseren voor de merken en de libraries. Uiteindelijk hopen we dat deze vorm van ondernemen meer algemeen zal worden. Het zal hopelijk een impuls geven om ook collecties te ontwerpen die lang goed én populair blijven. En dat is duurzaamheidswinst.