Academie van Knooppunten voor Maatschappelijk Initiatief: workshops, bijeenkomsten, evenementen en nieuws

lancering maex utrecht - maatschappelijke impact

Maak maatschappelijke impact zichtbaar

Met een feestelijke bijeenkomst in de Moestuin Maarschalkerweerd werd op 24 mei de Utrechtse MAEX gelanceerd. Na Den Haag en Rotterdam, heeft nu ook Utrecht een eigen MAEX. Wat is de MAEX? De MAEX is een online initiatievenplatform. Dit platform geeft inzicht in de hoeveelheid en aard van maatschappelijk initiatieven, en daarnaast ook in de gezamenlijke sociale impact van deze initiatieven.

De MAEX is een platform van Kracht in Nederland, een collega organisatie van GreenWish.

Samen werken we, op allerlei manieren, aan meer ruimte voor maatschappelijk initiatief. Door initiatieven te versterken, en door aan andere partijen te laten zien wat je wint als je initiatieven faciliteert of ermee samenwerkt. En dat lukt steeds beter: steeds meer partijen zien maatschappelijk initiatief als een belangrijke, op zichzelf staande sector.

Voor gemeenten zijn initiatieven medestanders in het realiseren van gemeenschappelijke, publieke doelstellingen: groenere leefomgeving, veilige wijken, beweging voor kinderen. Zo is de gemeente Utrecht ook in de MAEX gestapt. Dit lijkt misschien simpel, maar deelname aan een dergelijk platform is voor gemeenten best spannend. Een veel gestelde vraag door gemeente medewerkers is: hoe controleer je echtheid van profielen? En wat als een ondernemer een profiel aanmaakt?

Een platform als de MAEX is niet gebaseerd op juridische controle, of uitsluiting van ondernemers. Ook ondernemers kunnen namelijk heel goed sociale of duurzame impact genereren. En hopelijk verdienen ze daar ook wat mee, want dan kunnen ze er op de langere termijn mee doorgaan. Een platform als de MAEX is gebaseerd op vertrouwen: mensen die de moeite nemen om een uitgebreid profiel in te vullen, zonder dat daar direct gewin tegenover staat, doen dit uit oprechte intenties. Zij gebruiken dit soort platforms omdat ze op zoek zijn kennis, kunde en medestanders om de maatschappelijke impact van hun initiatief te kunnen vergroten.

Voor initiatiefnemers is er online veel te halen

De grote winst van zo’n platform is dat je ziet welke initiatieven er zijn. Het is een prachtige, maatschappelijke ‘stand van het land’, of ‘stand van je stad’. Dat geldt voor de MAEX, en voor andere initiatievenplatforms zoals het landelijke IdealenKompas, of het lokale mijnbuurtje. Voor initiatiefnemers is er online veel te halen. Bij de MAEX maak je je eigen impact meetbaar. Het IdealenKompas matcht jou met partijen die jou kunnen helpen met je specifieke hulpvraag. Bij mijnbuurtje vind je medestanders in je buurt. Zo vind je kennis, mensen, materialen en geld, om jouw initiatief verder te brengen.

En het werkt nog beter als de interactie niet alleen online is, maar ook offline. Zodat initiatiefnemers elkaar ontmoeten, ervaringen uit kunnen wisselen, en ter plekke kunnen sparren met ondersteuners. Zo was GreenWish aanwezig als ondersteuner op de initiatievenmarkt tijdens de lancering. Ik heb meegedacht met een welzijnswerker die vanuit haar werk de kans zag om kwetsbare en eenzame mensen te koppelen aan initiatiefnemers van buurttuinen. En met een kunstenaar die statushouders onder haar hoede heeft genomen, om samen kunstwerken te maken die binnenkort worden tentoongesteld in het stadskantoor.

Prachtige, maatschappelijke impact. Samen maken we het mogelijk.

Kike Olsder

GreenWish

MVO meeting

WaardZaam verbindt werelden!

Regionale duurzame platforms verbinden

Mirella Sterrenburg is al jarenlang verbonden aan GreenWish. Vanuit haar missie “meer duurzaamheid in het bedrijfsleven” vertelt ze over het netwerk WaardZaam.

” Door het hele land zijn er regionale platforms waarin ondernemers elkaars kennis gebruiken om hun bedrijven te verduurzamen. In de Krimpenerwaard ben ik als procesbegeleider betrokken bij WaardZaam, het groeiende regionale netwerk van organisaties die actie zetten op verduurzamen. Dit doen we door ons te committeren aan ten minste 10% energiereductie in 3 jaar door het ondertekenen van een EnergieConvenant. Vorig jaar startten we met 19 organisaties het 1e convenant, eind deze maand sluiten we met ca. 25 organisaties het 2e convenant af.”

WaardZaam verbindt op meerdere fronten. Het netwerk brengt nu de 2 gemeenten en alle dorpskernen in de Krimpenerwaard samen. Het verbindt de domeinen bedrijfsleven, onderwijs, overheid en instellingen én het netwerk verbindt branches; van vervoersbedrijven, bouwbedrijven, een supermarkt tot sportvereniging.

 

VSeminor over MVO in transporterschillende wereldbeelden

 

 

Iedereen doet mee om een eigen reden. “Duurzaamheid heeft verschillende talen; van rentmeesterschap tot marktkans denken, van idealisme tot gezond boerenverstand.” Afgelopen week nam ik deel aan de inspiratiesessie van Netwerk&Co en daar werd dit bevestigd en aangevuld. Volgens Eelke Wielinga bestaan er zeven wereldbeelden.

 

 

 

  1. de wereld is een machine, kennis is een onbetwiste waarheid
  2. de wereld is een jungle, kennis is een wapen
  3. de wereld is een markt, kennis is een product
  4. de wereld is een dorp, kennis is een geaccepteerde waarheid
  5. de wereld is een mysterie, kennis is een onwrikbaar gegeven
  6. de wereld is deel van de kosmos, kennis is een innerlijk kompas
  7. de wereld is een levend organisme, kennis is de capaciteit om effectief te handelen

 

“Duurzaamheid heeft verschillende talen”

Vrij vertaald naar duurzaamheid herken ik onder meer:

  • 99,9% van de wetenschap is het eens dat we nu te maken hebben met klimaatverandering als gevolg van menselijk gedrag;
  • Als we niet zorgen dat de temperatuur stijging binnen de grenzen van 2°C blijft, zullen de consequenties enorm zijn (persoonlijk ben ik niet zo’n voorstander van angst als drijfveer);
  • Duurzaamheid verkoopt goed, de consument wordt steeds kritischer, duurzaamheid als aanjager voor innovatie;
  • Alleen ga je sneller, samen kom je verder, ook in verduurzaming;
  • Rentmeesterschap: de aarde beter achterlaten aan de volgende generatie dan dat je hem in bruikleen hebt gekregen van je voorouders.

Vanuit mijn eigen innerlijk kompas ben ik aanstichter geweest van WaardZaam. Met de kopgroep zien we WaardZaam als een vorm die past in het hier en nu en waar ieder vanuit zijn eigen kracht en beweegreden aan bijdraagt. Mooi is onszelf en elkaar niet alleen uit te dagen op 10% energiereductie. We willen ook het proces scherp en vitaal houden met elkaar, zodat we effectief blijven handelen. Effectief handelen in het organiseren van de context waarin verduurzaming voor en door organisaties kan ontstaan. Daarin kan WaardZaam werelden  blijven verbinden!

 

Mirella Sterrenburg

nieuwe expeditie greenwish

GreenWish’ Nieuwe Expeditie – Anno 2017

In 2003 toen we met GreenWish begonnen, werkten we vanuit de gedachte: er is een gestaag groeiende stroom maatschappelijke initiatieven, die zijn weg naar een bestaan zoekt.

De missie van GreenWish is om meer ruimte te maken voor deze stroom. De initiatieven hebben vernieuwingskracht, dragen inhoudelijk bij aan duurzaamheid. Maar ook aan een onderlinge verbondenheid tussen mensen, dus een krachtiger samenleving. GreenWish draagt bij aan de aandacht voor deze ‘burgerbeweging’.

Nu 14 jaar verder…

Na 14 jaar – twee 7-jaarzones verder – zien we dat de aandacht voor initiatieven enorm is gegroeid. De energieke samenleving is een bekend begrip. Maar ondertussen knaagt het, er is minder veranderd dan we wensen. Ondanks het bewustzijn doen reguliere organisaties nog vooral wat ze deden. Het blijven twee werelden: de wereld van reguliere organisaties, passend in ons democratisch en economisch systeem, ondersteund door wetenschap en technologie. En de wereld van maatschappelijk initiatief, waarin gewerkt wordt volgens andere sociale, economische en ecologische modellen. Die werelden mixen niet en dat houdt de burgerbeweging kleiner dan gewenst.

Op naar een nieuwe fase

In de komende 7-jaarzone van GreenWish gaat waarschijnlijk meer over denkmodellen. Wij denken dat het helpt als we niet alleen het licht zetten op de initiatieven zelf, maar vooral ook op de paradigma’s, ideologieën van waaruit zij werken. Mooi voorbeeld is de Fruitmotor. De Fruitmotor werkt aan een circulaire fruitteelt in de Betuwe. De coöperatie maakt bijvoorbeeld niet alleen nieuwe streekproducten van valfruit, maar verbetert ook de bodem, de biodiversiteit en de werkgelegenheid. Dit ‘multitasken’ is typisch iets voor maatschappelijke initiatieven.

Het vertrekpunt van deze initiatieven is (vaak onbewust) een ecologisch model. Een model dat uitgaat van de natuur als basis, waarin kringlopen gesloten zijn. Waarin wát je onderneemt uitgaat van het creëren van waarde voor het geheel. Niet alleen in de economische zin,  maar ook in de sociale zin, dus organisatievormen, besluitvormen, en samenlevingsvormen. De kennis over andere samenlevingsideologieën komt nu snel aan de oppervlakte. Nu veel inheemse volkeren in hun bestaan worden bedreigd. Deze kennis is nodig om de context te kunnen gaan scheppen, waarin maatschappelijk initiatief werkelijk tot haar recht komt. Hierin heeft GreenWish wat te doen. Een nieuwe fase in onze expeditie.

 

Rinske van Noortwijk
GreenWish 

IkcircuLeer - Liedewij

IKcircuLEER – No Time To Waste

Liedewij de Graaf won met IKcircuLEER in 2014 de ASN Wereldprijs. Toen was IKcircuLEER nog een idee. Liedewij had net haar baan bij een educatieve uitgeverij opgezegd. En wilde werken aan een zelfstandig programma over duurzaamheid voor het VMBO. Nu is IKcircuLEER een groeiende startup met tastbare producten: lesbrieven over plastic soep, duurzaam eten, design van resttextiel en paddestoelen op koffiegrit.

Sinds de start van IKcircuLEER volgen we bij GreenWish wat Liedewij doet. Eerst als coach vanuit het ASN Voor de wereld van morgen traject, nu als sparring partner bij ontwikkeling van de organisatie. Er is natuurlijk geen blauwdruk voor zo’n ontwikkeling, behalve bouwstenen als de moed om te starten, het blijven geloven in je concept, en het helder zien en kunnen uitdragen van het ‘waarom’. Waarom is IKcircuLEER zo belangrijk?

Waarom leren circuleren?

Wat betekent het voor ons dagelijks leven als de wereldbevolking binnen 1 mensenleven verdrievoudigt, zoals nu gebeurt? En wat betekent dat voor de jongeren die nu naar school gaan? Zijn zij voorbereid op werken in een duurzame circulaire economie?

Ruim de helft van de jongeren volgt een opleiding in het (V)MBO. Het is tijd dat duurzaam onderwijs niet beperkt blijft tot het universitair en hoger onderwijs. Maar dat ook (V)MBO-ers daarin hun weg gaan vinden, want nieuwe vakmensen zijn onmisbaar. Juist in het MKB is kennis nodig over grondstoffen, recycling en slimme innovaties. Want steeds meer bedrijven vragen om werknemers met kennis over duurzaamheid. Seeds meer klanten vragen om duurzaam geproduceerde producten en de overheid koopt 100% duurzaam in.

Liedewij wil met IKcircuLEER docenten ondersteunen om hun scholieren klaar te stomen voor een markt die andere dingen van ons vraagt. Met IKcircuLEER gaan jongeren op zoek naar de antwoorden op vragen zoals: Welke producten en diensten uit het dagelijks leven zou je niet willen missen? Waarvan zijn die gemaakt, en hoe, met welke materialen? Wie werkten eraan en in wat voor situaties? Wat is slim om te doen als je het niet meer nodig hebt? IKcircuLEER maakt leren circuleren makkelijk en aantrekkelijk: van grondstoffen, kennis en goede ideeën.

IkcircuLeer - plasticsoep

In ontwikkeling

Liedewij won de ASN Wereldprijs, kreeg financiële steun vanuit RVO Nederland en erkenning van het Platform D&P waarin VMBO scholen zich verenigen. Ze krijgt heel veel goodwill bij allerlei partijen aan wie ze uitlegt wat IKcircuLEER is. En toch is het, zoals voor bijna alle ondernemers, bij vlagen knokken, heel veel netwerken, eigen geld investeren, toch maar linksom in plaats van rechtsom of juist andersom.

De meest recente stap voor IKcircuLEER is het starten van een crowdfunding campagne. Met deze campagne wil Liedewij de bekendheid van IKcircuLEER vergroten en 3 nieuwe lesbrieven realiseren. Bedrijven kunnen bijdragen door een klas te adopteren en zo een lesmodule IKcircuLEER voor hen mogelijk te maken. Particulieren kunnen meedoen in ruil voor tegenprestaties als de waanzinnig mooie IKcircuLEER posters of toegangskaarten voor een bijeenkomst op 11 mei met Jan Terlouw. Je vindt meer informatie over de campagne op Lovetofund.com – IkcircuLeer

En de crowdfunding is natuurlijk weer een stap naar iets anders: reguliere aanschaf van de lesbrieven door scholen, opname in het aanbod van een uitgeverij of de start van een wiki-pagina met circulaire oplossingen bedacht door scholieren. IKcircuLEER timmert hard aan de weg. Linksom of rechtsom!

Kike Olsder
GreenWish

Ondernemen met NME - GreenWish workshop Rotterdam

Ondernemen met NME, meer opdrachten dan je aan kan

NME centra maken een snelle wending. Van leskistenmaker naar adviesdienst over duurzaamheid voor bedrijven, zorgcentra en ‘ook’ scholen. Om deze wending kracht bij te zetten, organiseerde GreenWish in opdracht van Duurzaam Door en GDO op 12 december een bijeenkomst in een reeks voor NME-centra. Zes centra sloten aan. Anne van Woudenberg van Duurzaamheidscentrum de Bokkesprong, gemeente Rotterdam, en Brenda Jasperse van Natuur & Zo, gemeente Terneuzen, vertelden over de weg die zij afleggen.

Begin klein en persoonlijk en wees flexibel

De gemeente Rotterdam sloot de educatieve tuin, maar de tuin was daarmee niet weg. Anne nodigde een klein groepje mensen uit de buurt uit, om te vragen of ze interesse hadden om iets in de tuin te doen. Het ging om iemand van de buitenschoolse opvang, het kinderdagverblijf en de VMBO school. Sindsdien gaat het KDV met 4 groepen van 15 peuters en 2 leidsters wekelijks  de tuin op. Het KDV betaalt de kosten van de tuinbegeleider (€ 51,- per uur) en een huurkoop-prijs voor de materialen. Zelfde constructie geldt voor de BSO en de VMBO. Er wordt jaarlijks een vast programma gemaakt in de vorm van een offerte. De kracht van de Bokkensprong is dat de mensen heel flexibel zijn en inspelen op het weer en de wensen van de kinderen: ‘gewoon 06-nummers uitwisselen zodat lijntjes kort zijn en je via whatsapp met elkaar kan schakelen’.

 

Geen NME, geen lessen maar ‘vrij’

“We hebben het eigenlijk nooit over ‘NME’ met de BSO en het KDV. We draaien ook geen educatief programma. We willen dat de kinderen het hier gewoon fijn hebben buiten. Het is geen “school”, het is “vrij”. In zomervakantie trekt de BSO veel kinderen naar de tuin met het spannende ‘Leven van de Natuur’. Voor veel BSO kinderen zijn dit dagen die zij niet willen missen, en voor de Bokkesprong is dit een extra ‘product’ in hun groeiende aanbod.

 

Voortgezet onderwijs is andere koek

De Bokkesprong levert mensen op de tuin, maar de kinderen worden gewoon begeleid door de leerkrachten. In het voortgezet onderwijs is die begeleiding onzekerder, omdat er vaak leerkrachten afwezig zijn en vaker wordt gewisseld. Dat bemoeilijkt het programma. De Bokkesprong wil hiervan minder afhankelijk zijn en onderhoudt de tuin bijvoorbeeld meer zelf. Ook worden de activiteiten ondersteund door You Tube-filmpjes en Smartphone toepassingen.  Moderner, en onafhankelijker. De school gebruikt de prachtige fotoreportage voor PR en groene profilering.

 

Nog niet commercieel

Rotterdam zit in de luxe positie dat de medewerkers in dienst zijn van de gemeente. Daardoor hoeft zij niet voor alles geld te vragen. De VaderKind-dag, de Klassemoeder-ochtend, het zijn leuke activiteiten die er gewoon bij gedaan worden.
De extra inkomsten gaan niet in de kas van De Bokkesprong. In de toekomst zou dat kunnen. Daar is zeker ook groei mogelijk, want nu wordt ‘slechts’ zaken gedaan met directe buurtgenoten.

Ondernemen met NME - workshop Rotterdam - GreenWish

 NME Uitzendbureau

Welke vorm dat kan aannemen is te zien in Zeeuws-Vlaanderen. Brenda Jasperse organiseert met slechts 1,4 fte (in dienst van de gemeente) meer dan 500 activiteiten per jaar. Ze heeft een kring van 25 zzp-ers die de projecten uitvoeren. Deze krijgen van 42,50 tot 50,00 euro per activiteit. Brenda doet zaken met de VVV voor activiteiten met toeristen, dagopvang voor ouderen, BSO, Brede scholen, maar ook met een chemiebedrijf en mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. De opdrachtgevers zijn heel divers. Natuur en Zo doet de coördinatie van de activiteiten, kan mooie verbindingen leggen en bewaakt de kwaliteit.  Juist omdat Natuur en Zo geen eigen tuin heeft, is ze slim in het combineren van voorzieningen bij anderen.

 

Denken in mogelijkheden

Brenda is een netwerker. Dat wil zeggen dat ze naar allerlei bijeenkomsten gaat waar bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties samenkomen. Je moet een gezicht hebben. Brenda is heel goed in het spotten van mogelijkheden en meedenken in kansen. ‘ Een beetje bluffen kan geen kwaad. Soms denk ik later “hoe doe ik dat?”, maar altijd komt het goed.’ De beren op de weg komen later wel. Die zien andere mensen van Natuur en Zo en dat is nuttig, een goed team bestaat uit verschillende talenten. .

 

Programma’s op provinciaal en landelijk niveau

Brenda raadt iedereen aan om scherp te zijn op landelijke en provinciale programma’s zoals ‘Jong leren eten’ en Nederland Schoon. Hier is vaak behoefte aan nuttige projecten om deze programma’s te laden. Brenda laat zich hierbij niet leiden door de beschikbare ‘potjes’, maar door de vraag die er achter zit. NME centra kunnen vaak veel betekenen in deze vraag: zij hebben een uitgebreid netwerk en veel kennis en kunde in huis op verschillende duurzame thema’s.

Door jezelf goed in de kijker te spelen, op de hoogte te zijn van programma’s en door het niet zelf te doen maar samen, heeft Natuur en Zo meer werk dan ze aankan. Dat doen nog weinig centra haar na.

Workshop Ondernemen met NME - december GreenWish

Subsidieregelingen ontwikkeling

Subsidieregelingen vernieuwd

Geld kan versterken, maar ook vervormen. Zeker bij maatschappelijk initiatief. Daarom denken steeds meer gemeenten goed na over hun subsidieregelingen. GreenWish denkt mee. Geld is maar één manier om het initiatieven gemakkelijker te maken. Een goede combinatie van zaken is de clou.

Maatschappelijke initiatieven zijn vaak afhankelijk van subsidie, omdat ze iets doen waar nog geen markt voor bestaat. Maar omdat er subsidie bestaat, hoeft de overheid niet per se andere manieren te bedenken om initiatieven de ruimte te geven. Dat zou wel heel goed zijn, omdat subsidie bijna altijd eindig is. De initiatieven komen dan in de knel.

Andere instrumenten zijn bijvoorbeeld maatschappelijk aanbesteden en right to challenge. Kijk waar je gewoon direct zaken kunt doen met de initiatieven in jouw gemeente. Daarvoor moet je ze goed op het netvlies hebben: waar ze zitten, wat ze doen, hoe goed ze zijn. Die zichtbaarheid en die inhoudelijke informatie is vaak een punt. Nog maar weinig gemeenten houden gedetailleerd gegevens bij.

Veel initiatieven hebben meer baat bij praktische ondersteuning, dan bij geld. Sommigen hebben moeite met de stap van idee naar plan, anderen bij de stap van plan naar werkelijkheid. In iedere gemeente  zitten knooppunten, waar initiatieven terecht kunnen. Maak  coaching en advies onderdeel van de regeling. Bijvoorbeeld met een voucherregeling.

GreenWish denkt mee met de gemeenten Den Haag en Leusden. Binnenkort organiseren we een inspiratiegesprek over dit thema, waar we ook andere gemeenten voor willen uitnodigen. Heb je interesse, stuur een mail naar info@greenwish.nl

 

Natuur en Milieu Educatie

Natuur en Milieu Educatie centra als duurzaamheidsknooppunten

Veel NME centra zijn nieuwe manieren van werken aan het ontwikkelen: naast het educatiepakket voor basisscholen, kijken ze naar andere manieren om hun expertise en netwerk in te zetten. In samenwerking met GDO (Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling) hebben we dit jaar een aantal trainingen voor NME en duurzaamheidscentra georganiseerd. Zo’n 18 centra gingen aan de slag met plannen voor aanpak, bijvoorbeeld om samen te gaan werken met bewonersinitiatieven, of om het aanbod voor andere doelgroepen of klanten te formuleren.

Er zijn verschillende redenen om deze slag te maken: sommige centra zien dat er veel nieuwe initiatieven op het eigen werkveld ontstaan en zoeken manieren om samen te werken. Sommige centra hebben te maken met minder reguliere inkomsten en willen daarom ook graag in opdracht van andere klanten gaan werken. Ook voor veel NME centra geldt: op eigen benen. Van groot belang hierbij is om samenwerking te zoeken met andere spelers in jouw regio. Wie hebben belang bij jouw kennis en diensten, wat vraag je hen en wat bied je? Ga je samen nieuwe projecten opzetten, of ga je een opdrachtgever-nemer relatie aan?

Als vervolg op de training organiseren we een aantal inspiratiesessies waarin NME centra, en andere maatschappelijke of duurzaamheidsknooppunten ervaringen uitwisselen. Op 17 november waren we bij Het Groene Huis in Amersfoort waar we spraken over samenwerking met bewonersinitiatieven, lees hier. Op 12 december kwamen we samen in Rotterdam, waar we focussen op het werken als ondernemer: NME aanbod in opdracht van klanten. Interesse in meer van dit soort sessies? Hou onze agenda in de gaten!

Groen en Doen - groenvrijwilligers

Groen en Doen, subsidie op basis van vertrouwen

In drie ronden Groen en Doen zijn ruim 2100 vouchers ter waarde van 1.000 euro uitgereikt aan groene vrijwilligers. Met deze vouchers konden mensen een opleiding of cursus doen waardoor zij hun vrijwilligerswerk beter en veiliger konden doen. Ze konden met een voucher ook zelf een opleiding organiseren en gratis aanbieden aan anderen. GreenWish voerde deze regeling uit in opdracht van het Ministerie van EZ. In de laatste ronde werkten we samen met RVO. In eerdere ronden werkten we samen met LandschappenNL en Dienst Regelingen. Deze manier van subsidie verlenen is licht, luchtig en laagdrempelig en bijzonder succesvol. De regeling stoelde op vertrouwen! 

In de laatste en derde ronde (2015-2016) zijn 795 vouchers verstrekt. Voorwaarde voor het ontvangen van de subsidie was dat mensen een of meerdere blogs schreven op www.groenendoen.nu. Daardoor lag controle in de samenleving en was uitgebreide verantwoording met bonnetjes niet nodig. Dat was prettig voor de vrijwilliger, maar het is ook manier om de behandelingskosten minder hoog te laten zijn. Als subsidieverlener hoef je dan immers niet voor elk verstrekt voucher keer een financiële verantwoording uit te voeren. Er ontstond bovendien een levendige community van groen en doeners, die naar hartenlust hun ervaringen deelden via blogs en facebook.

De vouchers hebben ongelofelijk veel opgeleverd

Vrijwilligers hebben nieuwe doelgroepen bereikt, hun kennis en vaardigheden zijn toegenomen, nieuwe netwerken zijn ontstaan en er zijn nieuwe projecten gestart. Maar misschien is het meest belangrijke, dat de regeling bijdraagt aan een gevoel van waardering. Waardering door de omgeving, waardering door organisaties en waardering door de overheid. In november 2016 maakten we een evaluatie en ondervroegen de aanvragers uit de laatste ronde Groen en Doen. Via de regeling zijn veel nieuwe mensen bereikt; 62% van de respondenten geeft aan dat zij via Groen en Doen de interesse hebben weten te wekken van mensen die voorheen geen of heel weinig belangstelling voor natuur hadden. En 20% van de aanvragers was nog niet of nauwelijks actief als groene vrijwilliger. Voor hen was de voucher een duidelijke stimulans. Van deze evaluatie zal binnenkort een rapport verschijnen. Wil je dit lezen? Stuur een mail naar info@greenwish.nl , dan zenden we je ter zijner tijd het evaluatierapport toe.

Opvolging, wordt vervolgd…

De subsidieregeling Groen en Doen eindigt dit jaar. De provincies en landelijke organisaties denken na over hoe zij meer kunnen doen voor groene vrijwilligers, maar hoe dat er precies uit gaat zien is nog niet bekend. Wij denken dat deze wijze van subsidie verlenen meer navolging verdient, en interessant is voor overheden en fondsen. Stimulans van initiatieven en community building gaan op deze manier hand in hand.

duurzame doelen samen bereiken

Duurzame doelen samen realiseren: werken als een magneet

Duurzame doelstellingen realiseren met bewoners: hoe werk je samen? Steeds meer organisaties gaan die samenwerking aan, en de samenwerking wordt op verschillende manieren vormgegeven. Voor NME en duurzaamheidscentra is het een zeer actuele vraag, omdat veel particulieren en bewonersinitiatieven projecten opzetten die raken aan het NME werkveld. Op 17 november wisselden gemeenten, NME centra en bewonersinitiatieven ervaringen uit, tijdens een inspiratiesessie van de Maatschappelijke Knooppunten in het Groene Huis te Amersfoort.

Faciliteren van anderen

Brigit Kuijpers werkt bij de gemeente Amersfoort, en is daar vanuit het Groene Huis aanspreekpunt voor duurzaam initiatiefnemers. Bij het Groene Huis hebben ze een aantal beleidskeuzes gemaakt over hun aanpak. Een belangrijk punt is dat het Groene Huis niets zelf doet wat anderen, buiten de gemeente, al doen of willen doen. Andere aanbieders van natuuractiviteiten (bv zzp-ers die natuurverjaarsfeestjes aanbieden) mogen hun aanbod op de site van het Groene Huis zetten, en het Groene Huis zal zelf geen verjaarsfeestjes organiseren. Medewerkers van het Groene Huis voeren zelf geen projecten uit, maar faciliteren. Voor initiatiefnemers is er altijd ruimte voor koffie en een gesprek, maar het Groene Huis zal geen initiatieven ‘overnemen’. En als klassen naar het Groene Huis komen voor een project, voert de docent zelf het project uit.

Brug tussen initiatieven en beleid

Omdat het Groene Huis onderdeel van de gemeente is, zien de medewerkers een belangrijke rol voor zichzelf als ‘stadhuiscoach’. Ze kunnen ‘bemiddelen’ bij vragen van initiatiefnemers die betrekking hebben op afval, groenbeheer, leegstand, enz. en dus met andere gemeentelijke afdelingen te maken hebben. Brigit waakt er dan voor om collega’s te gaan overtuigen, maar maakt wel bespreekbaar wanneer ze aarzelingen of terughoudendheid bespeurt, waarom dat dan is. Soms blijkt er dan meer te kunnen dan in eerste instantie bleek, maar soms is een nee soms ook gewoon een nee. En soms kan iets lang duren: bij een eerste gesprek met een initiatiefnemer is de tijd nog niet rijp, maar een jaar later komen collega’s binnen de gemeente erop terug en ontstaat er wel beweging.

Verrassend netwerken

Netwerken, toegankelijkheid en een open houding zijn belangrijk: zelf naar bijeenkomsten gaan, waar je ‘onverwachte’ gesprekspartners treft. En ook het Groene Huis openstellen voor verrassende partners, die zich ook –en soms op een hele andere manier- met duurzaamheid bezig houden. Dat brengt nieuwe mensen en onderwerpen op je pad. Een Groen café organiseren: een maandelijkse ontmoeting met open agenda voor groen en duurzaam geïnteresseerden. Liefst met zeepkist: zodat mensen vragen kunnen stellen en verbindingen leggen. Zo bied je de mogelijkheid om verschillende netwerken aan elkaar te knopen, en wordt je zelf ook een ‘magneet’.

Kijken hoe het kan

Maike Nelissen werkt bij de Ulebelt in Deventer. De Ulebelt is een onafhankelijke stichting. Ze krijgen subsidie van de gemeente voor een deel van de taken, maar hebben ook andere inkomstenbronnen. Het feit dat de Ulebelt geen reguliere financiering heeft om initiatieven te faciliteren, maar hun positie en keuzes anders dan die van het Groene Huis. Wel geeft ook Maike het grote belang aan van een open grondhouding: als een bewoner komt met een vraag is de reactie altijd ‘ja, dat kan bij ons, en we gaan samen kijken onder welke voorwaarden’. Zo kwam er jaren geleden iemand die een koetsierclub wilde beginnen met de pony van de Ulebelt en kinderen met een rugzakje. Deze initiatiefneemster is daarmee gestart, als zelfstandige op het terrein van de Ulebelt. Haar initiatief is langzaam uitgegroeid tot de werkwijze die we nu hebben: dagbesteding met kinderen, door  zzp-er en een gekwalificeerde dierverzorger.

Groene Loper: verbindende rol

Binnen het project De Groene Loper, dat de Ulebelt in opdracht van de Provincie Overijssel de afgelopen 2 jaar heeft uitgevoerd, hebben ze bewonersinitiatieven op andere locaties dan het terrein van de Ulebelt gesteund. Het ging om groene buurtinitiatieven: buurttuinen, en andere combinaties van spelen en ontmoeten. Er is o.a. een levendig netwerk ontstaan van bestaande buurtmoestuinen. Vraag is, nu het project bijna is afgelopen, wat de rol van de Ulebelt nu is. Maike zoekt naar manieren om het netwerk op andere plekken in te bedden. Een goede mogelijkheid is het groenbedrijf van de gemeente, dat zelf op zoek is naar aansluiting bij buurtinitiatieven.

Een vraag die Maike had binnen de Groene Loper, en die breed gedeeld wordt in de groep, is ‘hoe vind je initiatieven’ of ‘ hoe vinden initiatieven jou’? In het geval van de Groene Loper waren het bestaande moestuinen die door de Ulebelt ondersteund werden, maar hebben zich geen nieuwe initiatieven gemeld. Je moet erop uit om initiatieven te vinden (denk aan Groencafe’s, netwerkbijeenkomsten, inspiratiesessies, het buurthuis) en veel doen om gevonden te worden: aangeven op je site wat je kunt betekenen, social media, en vooral veel gebruik maken van je netwerk en persoonlijke contacten: als je iemand goed helpt (goed verwijzen is ook helpen) vertelt zich dat door.

Deelnemen vanuit eigenaarschap

Een andere belangrijke vraag ging over netwerken: hoe houd je een netwerk levendig? Ook dit blijkt in de praktijk best lastig. Een verklaring kan zijn dat er één trekker is: hoe meer er namelijk 1 zender is, hoe groter de kans dat het netwerkt stopt als de centrale zender stopt. Het is dus zaak om vanaf de start te werken met inbreng van meer zenders, die niet alleen deelnemer zijn maar ook eigenaar. De toegevoegde waarde moet voor alle deelnemers duidelijk zijn. In veel netwerken zitten zowel mensen in ‘betaalde tijd’ (vanuit hun functie) als mensen die niet betaald worden voor hun aanwezigheid. Dat kan gaan wringen. Houd voor ogen waarom je deelneemt aan een netwerk. Als daar geen financiële vergoeding tegenover staat, kan het ook op een heel ander vlak liggen. Dit kunnen warme ingangen in nieuwe netwerken zijn, of kansen op gezamenlijk aanbesteden. Er moet sprake zijn van wederkerigheid. Deze wederkerigheid wordt makkelijker als zzp-ers en sociaal ondernemers zich zakelijk opstellen, en vragen naar de financiële mogelijkheden als hen om specifieke inbreng gevraagd wordt.