Duurzame Dinsdag 2017 – Prezi
Duurzame Dinsdag 2017 presentatie analyse van 488 initiatieven.
Duurzame Dinsdag 2017 presentatie analyse van 488 initiatieven.
I-did is een echte pionier: circulair voordat het een begrip werd, en jezelf steeds opnieuw uitvinden
Mireille Geijsen had een vriendin: een hoger opgeleide vluchteling afkomstig uit Koerdistan, nu woonachtig in Nederland. Uit gesprekken bleek hoe graag deze vriendin aan de slag wilde, hoe graag ze zich wilde inzetten in Nederland, maar hoe lastig het voor haar was om aan werk te komen.
Dit was voor Mireille, tot dan toe zelfstandig grafisch ontwerper, de aanleiding om in 2007 een sociale onderneming te starten. In haar onderneming moesten migrantenvrouwen werkervaring kunnen opdoen, terwijl ze producten maakten waar ze trots op konden zijn. Het werd i-did, een bedrijf voor slow fashion met een eigen, duurzaam fashion label. Want in de mode industrie viel ook nog wel iets te verbeteren.
Tien jaar later, in 2017, is i-did een groeiend bedrijf, dat nieuwe design producten maakt van resttextiel van grote bedrijven. Met de gemeente Utrecht als samenwerkingspartner op het gebied van arbeidsre-integratie, en klanten als IKEA, Heineken, Cortina en Initial, lijkt i-did een groot succesverhaal. En dat is het ook, maar als je alleen naar het succes kijkt, mis je een deel van de realiteit: de voortdurende zoektocht naar een sluitend verdienmodel, het proberen te gelde te maken van sociale impact en de taaiheid van arbeidsre-integratie.
Bloed, zweet en tranen, gevolgd door succes, gevolgd door bloed, zweet en tranen en meer succes. Het eigen circulaire model van i-did. En het verhaal van de aanhouder die wint, maar er nooit ‘is’. Want ondernemen is veranderen, en succes is geen statische vorm. Panta rei: alles stroomt.
Onderin een flatgebouw in Utrecht Overvecht dat wachtte op de sloop, vestigde i-did haar eerste atelier. Een stichting werd opgericht en fondsen werden aangeschreven. Met subsidies werden de eerste naaimachines gekocht, ontwerpen getekend, werknemers gezocht en het modelabel was een feit. Echte slow fashion: kwaliteitskleding voor vrouwen, met op elk label de naam van degene die het kledingstuk gemaakt had. Echte kleding met een verhaal, en empowerment voor de vrouwen die na jaren de deur uitkwamen en op een echte werkvloer met elkaar dit label maakten. Maar winst werd er niet gemaakt: opbrengst uit de verkoop van kleding moest niet alleen de productie van de kleding dekken, maar ook het werven, begeleiden en opleiden van de migrantenvrouwen. Want dat was het hoofddoel van het project en daar waren geen betalende klanten voor.
Een aantal fondsen zei het vertrouwen op, de stichting stond onder grote druk, en het model bleek niet werkbaar. Dus ging het eigen label overboord, maar Mireille hield vast aan i-did. Want er kwamen elke dag leerlingen naar het atelier, en het atelier was zo belangrijk voor hen. Op het randje van bankroet diende zich een nieuwe partner aan, die bereid was te investeren, in het nieuwe inmiddels ontwikkelde model. Het werd het upcyclen van resttextiel van bedrijven: nieuwe designproducten van oude collecties en textieloverschotten, die door de producent van de reststroom zelf weer in gebruik wordt genomen. En natuurlijk nog altijd het opleiden van mensen naar werk, want dat is de kern. Dus leerlingen volgen een opleiding, krijgen een empowerment-traject, en doen werkervaring op door mee te draaien in de productie.
In november 2016 lanceerde IKEA Nederland de nieuwe lijn ‘Atterstalla’, prachtige keukenproducten van niet verkochte collectie van het vorige seizoen. Ontworpen en geproduceerd bij i-did, weer te koop in alle Nederlandse vestigingen van IKEA. Een prachtige mijlpaal, en voor alle betrokkenen de aankondiging van ‘het grote werk’. Het grote werk betekent ook: piektijd in de productie, harde deadlines, onzekerheid over volgende opdrachten. Allemaal factoren die lastig combineren met een groep werknemers die onder druk (nog) niet heel goed presteert, die structuur nodig heeft en ook buiten de pieken genoeg werk nodig heeft. En het blijkt, in tegenstelling tot wat veel mensen verwachten, erg lastig om genoeg geschikte kandidaten te vinden die vanuit een uitkeringssituatie weer richting werk willen.
Een bezoeker van i-did is steevast onder de indruk bij een bezoek aan het atelier: veel mensen van verschillende achtergronden aan het werk, goede machines, 2 coachruimtes, een leslokaal, gezamenlijke lunch, en overal mooie materialen en design waar je hebberig van wordt. En terwijl alle betrokkenen trots zijn op wat er nu staat, gaat de zoektocht gewoon verder. Hoe kan bv. de toestroom van leerlingen groter en stabieler worden, zodat ook de productiecapaciteit op niveau blijft? I-did is daarvoor ook in gesprek met andere gemeenten, of zij ook een traject voor ‘hun bijstandsgerechtigden’ willen. En er komen nieuwe doelgroepen, met andere vragen. Sinds vorig jaar draait een groepje statushouders mee. Zij kunnen niet mee in de reguliere trajecten, want die tijdsinvestering is te groot naast een inburgeringstraject. Maar ze willen wel heel graag ervaring opdoen in een veilige, Nederlandse bedrijfsomgeving. I-did wil daarom starten met stages voor statushouders.
En nu de vraag die ik bij GreenWish als ondersteuner van initiatiefnemers vaak krijg: ‘zijn de initiatieven succesvol?’. Mijn antwoord is: sommige wel, sommige niet, maar het antwoord op deze vraag hangt volledig van je definitie van succes af. Ik vind i-did zeer succesvol, als je kijkt wat er is neergezet, en als je kijkt naar voor hoeveel mensen zij al iets heel wezenlijks hebben betekend. Soms is dat toeleiding naar werk, maar ook is het zelfvertrouwen, structuur in je dagelijks leven, houvast, contacten in een veilige setting. Succes zit dus zeker in de maatschappelijke impact voor de doelgroep.
Is er ook commercieel succes? De vlag kan uit: dit jaar draait i-did voor het eerst in de plus. Daar is een lange aanloop aan vooraf gegaan, en er is door veel betrokkenen heel veel geïnvesteerd. Zij vonden, en vinden, de optelsom van een toekomstig sluitend financieel model met alle al gerealiseerde impact het succes waarom zij betrokken zijn en blijven.
Wat vraagt dit van betrokkenen? Veerkracht, heel veel inzet, en jezelf steeds weer uitvinden. En wat brengt het? Een waardevol bedrijf, in alle opzichten.
Kike Olsder
Als er genoeg signalen op groen staan, kan je een transitie beïnvloeden, ofwel een verandering van een totaal systeem veroorzaken, ten gunste van duurzame ontwikkeling. Dat gebeurt, als er koploper initiatieven zijn, zoals uit het netwerk van GreenWish, die laten zien dat je heel anders kunt ondernemen. Als er genoeg massa is van consumenten, die duurzaam willen kopen, en on-duurzaam gedrag niet meer pikken. Als bedrijven geïnteresseerd zijn in de innovaties van koplopers en de druk beginnen te voelen van klanten. En als er genoeg moedige ambtenaren zijn, die ruimte willen maken voor deze beweging.
GreenWish werkte mee met het boek dat Michiel van Yperen (MVO Nederland) en Chris Roorda en Sophie Buchel (Drift) hierover schreven. De principes passen we toe in de samenwerking met deze partijen in de nieuwe versie van EmpoweringPeople bij het ministerie van EZ .
Het boek is voor 22,50 te bestellen via Businezz.nl
of via de boekhandel.
“NIEUW BOEK LEERT HOE JE ALS EENZAME ONDERNEMER EEN HEEL SYSTEEM KUNT VERANDEREN.”
Dit laatste en zevende blog, uit de reeks “Zes trends die je kon zien aankomen” die Ineke en Rinske schreven, gaat over de aankomende trends binnen duurzame initiatieven en verscheen op 17 mei op de blog van VoordeWereldvanMorgen.
De afgelopen zes weken hebben wij een trendreeks geschreven over de trends van vandaag die je kon zien aankomen, als je terugkijkt naar inspirerende startups van de afgelopen 10 jaar. In deze laatste blog van de serie kijken wij vooruit. De gamechangers die zich voor de komende Duurzame Dinsdag inschrijven kondigen aan wat over de horizon, vóór ons ligt. Uit de initiatieven die vooral dit jaar ingediend zijn ‘lezen’ wij de volgende 8 ontwikkelingen voor de toekomst.
Initiatieven laten zien hoe we anders kunnen omgaan met grondstoffen. Niet alleen biobased en circulair, maar een slag verder. Een mooi voorbeeld is Planq; een circulaire designstudio in Amsterdam. Zij ontwikkelen interieurs en meubilair van natuurlijk materiaal, zoals gemaaid riet van Amsterdamse oevers. Zij zoeken in alles naar zo min mogelijk ecologische voetprint werken van grondstof naar grondstof. Dat laatste doet ook The Salt Project. Zout dat vrijkomt bij ontzilting van drinkwater, wordt gebruikt als bouwmateriaal door deze creatieve architecten.
Het energieprobleem verdwijnt en is straks geen machtsmiddel meer. Er is energie in overvloed en het wordt lokaal en in eigen beheer op heel veel verschillende manieren opgewekt. Dat heeft grote geopolitieke consequenties. In de koffer van Duurzame Dinsdag zitten jaarlijks talloze creatieve vindingen. Ook dit jaar is dat weer het geval. Zoals deze power windows, zonnekachels of de sunsave: een waterzak van 4.000 liter verwarmd door de zonneboiler waarmee je huis op temperatuur blijft.
Groen, natuur, biodiversiteit, rust en ruimte wordt van grote(re) waarde voor ons allemaal. De helende werking van de natuur wordt belangrijker. We gaan ons bekommeren om soorten-herstel en meer m2 natuur, maar zien ook dat we er zelf simpelweg meer gebruik van moeten maken. Check De Stelling 2.0, zij toveren de waterlinie rond Amsterdam om tot groene long. En boek je off grid kantoorplek in de vrije natuur bij De Kantoorkaravaan.
Eerlijk van ver weg, bio van dichtbij, en vega wordt de norm. De initiatieven laten een groei zien van vleesvervangers. Zeewier en algen worden een normaal bestanddeel van ons menu. Maar we eten straks ook weer vooral groenten uit de buurt. Talloze stadslandbouwinitiatieven, zoals het Voedsellokaal, kondigen deze ontwikkeling aan. Ook inblikken helpt bij de voedselproblematiek. Coco Conserven zegt: altijd alles vers is ook niet duurzaam. Het gaat om ‘goede’ conservenblikken; goed op het gebied van smaak en houdbaarheid, maar ook op het gebied van energie, grondstoffen en duurzaamheid.
Zoals we eerst voor alles wat we belangrijk vonden een organisatie in het leven riepen, is het omgekeerde nu gaande. De (ongeorganiseerde) initiatieven laten zien, dat zij het werk van gevestigde organisaties overnemen en het op een andere manier doen. Burgers maken beleidsagenda’s, universiteiten starten ondernemingen, bedrijven redden natuur en iedereen is een expert. Zoals Changerism die change agents uit alle hoeken samenbrengt.
Off-grid wonen en kleine communities vervangen verzuiling en vergroten onafhankelijkheid van traditionele systemen. Voorbeelden zijn de tiny house movement, alternatieve betaalmiddelen, crowdfunding en nieuwe onderwijsconcepten. Ecodorp Boekel is naast (off-grid-)woonconcept ook een proeftuin voor het testen van niet gecertificeerde bouwmaterialen.
Het aandeel initiatieven in bio-technologie is nog niet zo groot, maar wij voorzien dat we veel meer gebruik gaan maken van biomimicry: de natuur als inspiratiebron voor technologie. De natuur zit bomvol met voorbeelden, die zich al jaren bewezen hebben wat betreft efficiëntie. Denk bijvoorbeeld aan klimaatbeheersing in gebouwen door het nabootsen van termietenheuvels.
Eigen initiatieven en burgerbewegingen drijven op de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van informatie. Steeds meer initiatieven kloppen op de deuren van organisaties om data vrij te geven. Binnenkort lanceert De Waag in Amsterdam het initiatief Transparant Nederland, een platform dat de relaties laat zien tussen politici en bedrijven en maatschappelijke organisaties en universiteiten. Data is een, waar het vandaan komt is een andere.
Nederland is Internationale de hekkensluiter als het gaat om verschillende aspecten van duurzaamheid. Dat kan beter! Als jij een baanbrekend idee hebt voor een betere wereld: dien het in. De koffer van Duurzame Dinsdag 2016 is nog open tot 15 juni. Wij maken ons sterk voor meer ruimte voor duurzaam initiatief.
De 6 trends die wij hebben zien aankomen in ons werk met GreenWish en Duurzame Dinsdag lees je hier: #1 Plastic, #2 No-Waste, #3 Mode, #4 Bouwen, #5 Voedsel, #6 Energie
Dit zesde blog, uit de reeks “Zes trends die je kon zien aankomen”, gaat over energie en verscheen op 10 mei op de blog van VoordeWereldvanMorgen
Veel mensen zijn bezig met duurzame energie. In de analyses van Duurzame Dinsdag is het al jaren lang het meest voorkomende thema. Dat lokaal opgewekte energie groot gaat worden, was voor het eerst duidelijk zichtbaar bij Duurzame Dinsdag en GreenWish rond 2010. Dat begon natuurlijk met veel initiatieven op het gebied van wind en zonne-energie. Maar nooit nam de overvloed aan andere vormen van energieopwekking af. De categorie energieopwekking is de meest veelzijdige. Slimme ondernemers blijven zoeken naar andere vormen.
Rick Claassen ontwikkelde op zijn balkon in Amsterdam een smeltoven voor plastic afval op zonnewarmte. Zijn drijfveer was in eerste instantie niet de zonne-energie, maar een manier om plastic een nieuw leven te geven. Een test in Kenia leverde meervoudige waarde: minder plastic afval, nieuwe schoenzolen en meer werkgelegenheid. Maar het stickertje ontwikkelingshulp paste hem niet. Zijn nieuwe focus werd dat hij zelfs in het noordelijke Zweden de zonnewarmte als energiebron wilde laten functioneren.
Mensen zien mogelijkheden voor het opwekken van energie in alles wat beweegt. Er zit energie in de beweging van klapdeuren op school (4.000 keer per dag), de naafdynamo van een fiets, de remenergie van treinen, een lift die op en neer gaat, en zelfs in sportschoolapparatuur. Maar ook de lucht die wordt verplaatst door auto’s op snelwegen, in tochtstroom in huis, of de wind die tussen hoge gebouwen giert. Of het bewegende water in afvoerpijpen of in het riool door schoepenradaren en de stroming in rivieren en eb en vloed. Beweging is energie.
Naast het willen benutten van bewegingsenergie, ziet men energie in afval: biokorrels in mobiele wc’s die gebruikt kunnen worden als brandstof, het benutten van magnetische velden, organisch restafval van boerderijen dat dient als biobrandstof en verschillende vormen van biogasinstallaties. Mooi voorbeeld daarvan is BroodNodig, een kleine biovergisting installatie voor bakkers. Bakkers moeten meer brood bakkend dan ze verkopen, en houden zo altijd brood over. Door dit te vergisten wordt biogas geproduceerd, waarmee de bakker vervolgens zijn ovens kan stoken.
Plant-e is jong bedrijf dat een proces heeft bedacht om energie uit levende planten op te wekken. Plant-e is in 2015 door het World Economic Forum uitgeroepen tot een van de meest vooruitstrevende ter wereld. Dat is goed nieuws en een prestigieuze onderscheiding. In totaal kregen 49 bedrijven uit tien landen de pioniersprijs. Plant-e werd gekozen uit meer dan 500 technologie startups.
Plant-e werkt al enige jaren aan de uitvinding. Het initiatief zat in de Duurzame Dinsdag koffer van 2014, maar viel toen niet in de prijzen. Ze zaten al eerder op de radar van GreenWish en in 2013 kregen we de gelegenheid om Plant-e te faciliteren. In het begin werden de initiatiefnemers niet echt serieus genomen (elektriciteit uit planten?) en was het lastig om de eerste stappen te zetten, om believers en kapitaal te vinden.
Dit bewijst dat innovaties tijd nodig hebben om zich te ontwikkelen. En het bewijst dat het soms lastig is om innovatie al in een vroeg stadium te herkennen en te erkennen. ‘Echte’ innovatie lijkt vaak onhaalbaar en onrealistisch. En die haalbaarheid is juist vaak een selectiecriterium bij prijsvragen en financiering.
Op die manier komen veel ideeën komen niet van de grond. Vaak hebben mensen zelf niet de middelen om het idee uit te voeren. Soms strandt het bij een prototype. Maar hoe zou het zijn, als we de trend doorzetten en het gemakkelijk maken (met universiteiten en hogescholen) om ideeën uit te werken en te testen? Als we een deel van de innovatiegelden stoppen in deze prachtige galerij van creativiteit uit de samenleving? Wie weet welke verrassende energiebronnen er beschikbaar komen!
Als je een baanbrekend, goed idee hebt, vertel het de wereld. Via Duurzame Dinsdag kun je jouw initiatief onder de aandacht brengen van politiek en beleidsmakers. Op 6 september wordt de Koffer aangeboden aan het kabinet.
Ineke van Zanten en Rinske van Noortwijk hebben in 2003 GreenWish opgericht en maken zich sterk voor meer ruimte voor duurzaam initiatief. Twitter: @inekevanzanten @RinskeGreenWish en @GreenWishNL
Dit vijfde blog, uit de reeks “Zes trends die je kon zien aankomen”, gaat over voedsel en verscheen op 3 mei op de blog van VoordeWereldvanMorgen
Inzichten over voedsel en gezond eten veranderen nog al eens.Toen ik jong was, was het eten van meer dan twee eieren per week ‘not done’. Daarna ging het vooral over het mijden van vetten, en nu staan koolhydraten en suikers volop in de belangstelling. Recent lanceerde het Voedingscentrum de nieuwe Schijf van Vijf; een voorlichtingsmodel voor gezond eten.
Als we terugkijken zien we dat al zeker tien jaar initiatiefnemers bezig zijn met voedsel en gezond eten. We lichten er 3 trends uit:
Rond 2004 ontmoetten wij twee gedreven initiatiefnemers met een prachtig plan om kinderen weer in aanraking te brengen met echt en onbewerkt voedsel. Esther Boukema startte met de Smaak te Pakken en Doris Voss met Tijd voor Eten. Beide initiatieven brengen gezond eten letterlijk bij kinderen: door te ervaren en zelf te koken en veel persoonlijke aandacht, verandert hun kijk op wat gezond eten is. Dat wat op hun bord ligt is buiten gegroeid! Koken met kinderen heeft een grote vlucht genomen, en we zien nu veel meer van dit soort educatieve projecten. Mooi voorbeeld is Keet Smakelijk. Ook supermarkten spelen hier handig op in: wie kent niet de moestuintjes van Albert Heijn?
Een tweede ontwikkeling, van iets recentere datum, zijn de talloze buurtmoestuinen. Wij zagen zo’n 10 jaar geleden de eerste initiatieven ontstaan en nu zie je ze overal. Mensen doen dit trouwens niet alleen voor de groenteoogst, maar ook voor de samenhang in de buurt. Samen tuinieren is leuk. Als je overweegt met anderen op een braakliggend stukje grond een buurttuin te beginnen zijn er ook weer initiatieven die je daarmee verder kunnen helpen zoals Natuursuper of de Makkelijke Moestuin. Wellicht zijn er ook buurttuinen bij jou in de buurt waar je aan mee kunt doen?
Onmiskenbaar is er meer aandacht voor plantaardig eten: peulvruchten, zeewier, algen. Minder dierenleed en meer duurzaam zijn voor veel mensen redenen om geen of minder vlees te eten. Als we wereldwijd 15% minder vlees eten, heeft dat hetzelfde effect op het broeikas effect als er jaarlijks 273 miljoen minder auto’s zouden rijden.
Initiatieven rond plantaardig eten zijn er al een tijdje, maar we zien ze de laatste jaren steeds meer en we verwachten dat vlees eten steeds meer “uit” zal raken. Recent spraken wij iemand die binnen de overheid wil gaan veroorzaken dat bij evenementen standaard vega(n) lunches worden geserveerd, en dat je moet aangeven wanneer je vlees wilt (in plaats van andersom). Of het lukt? Er zou wel een hele mooi voorbeeldfunctie van uit gaan. Armanda Govers heeft plannen voor een postercampagne “Even geen vlees? No big deal!” en via Meatless Monday kan iedereen een eigen campagne starten voor een dag in de week geen vlees.
Liggen er in de toekomst algen op ons bord? Als het aan Spireaux ligt wel. Inmiddels maakt de Dutch weedburger van zeewier ook buiten onze landgrenzen furore en aan de Oosterschelde vind je Zeewaar, de eerste Zeewierboerderij van Nederland. Wij verwachten dat het eten van zeewier steeds gewoner zal worden.
Als wij als samenleving anders gaan eten, dan verandert er veel; in de landbouw en de voedingsindustrie. Meer biologisch, minder vlees, minder zuivel, etc. heeft grote ruimtelijke en economische gevolgen. Voor de overheid en het bedrijfsleven is inzicht in deze trends dus van wezenlijk belang.
Als je een baanbrekend, goed idee hebt, vertel het de wereld. Via Duurzame Dinsdag kun je jouw initiatief onder de aandacht brengen van politiek en beleidsmakers. Op 6 september wordt de Koffer aangeboden aan het kabinet.
Ineke van Zanten en Rinske van Noortwijk hebben in 2003 GreenWish opgericht en maken zich sterk voor meer ruimte voor duurzaam initiatief. Twitter: @inekevanzanten @RinskeGreenWish en @GreenWishNL
Dit vierde blog uit de reeks “Zes trends die je kon zien aankomen” verscheen op 26 april op de blog van VoordeWereldvanMorgen
“Waarom hebben dieren geen kachels, en waarom heeft een visser of een boer het bijna nooit koud? Zij doen aan vasculaire fitness. Hun vaten zijn gewend om te reageren op warmte en koude prikkels. Bij alle andere mensen, die bijna permanent op 21 graden worden gehouden, is dat vermogen verloren gegaan. Het enige dier dat constant in een warm huis zit is de termietenkoningin. Zij lijdt aan zware obesitas”! Dit verhaal vertelde Arno Vlooswijk ons al in 2009. Hij pleitte daarom voor koude huizen met warme zones (en verwarmde meubelen) en niet het hele huis geïsoleerd en verwarmd op 21 graden.
Van Ruijsdael glas wijst in 2010 op het gevaar van verkeerde isolatie: condens zoekt koude om neer te slaan. Bij dubbelzijdig glas is al snel de muur de koudste plek in het huis, en dat veroorzaakt schimmel. Van Ruijsdael glas is enkelzijdig, blijft koud maar isoleert toch. Het zijn enkele van de initiatieven die al vroeg wezen op isolatie en anders bouwen. Recent onderzoek toont aan dat verkeerd isoleren een nieuw probleem heeft veroorzaakt: ongezonde binnenmilieus.
Isoleren voor energiebesparing op zichzelf is natuurlijk niet slecht. De afgelopen jaren ontstonden er talloze energiebesparende innovaties in de bouw. TonZon kwam bijvoorbeeld in 2010 met vloerisolatie in de vorm van thermoskussens voor kruipruimtes en daken. Hoewel de resultaten zeer goed waren, was het lastig om de onderneming van de grond te krijgen. Dat gold voor veel meer innovaties.
Dit heeft te maken met de manier waarop de energielabels worden bepaald. De overheid heeft een lijst van ‘erkende’ manieren van verduurzaming, bijvoorbeeld spouwmuurisolatie en dubbel glas. Om te bepalen in welke energieklasse een huis of kantoor valt, wordt gekeken welke maatregelen van de lijst zijn toegepast. Zo’n lijst loopt bijna als vanzelfsprekend voortdurend achter op de ontwikkelingen en is nooit compleet. Om op de lijst te komen, moeten de ondernemers dure testen laten doen. Veel startende ondernemers hebben die investeringsruimte niet. Deze systematiek remt daarmee direct de marktintroductie van nieuwe innovatieve methoden. Het zou beter zijn als men bij het bepalen van zo’n energielabel zou kijken naar het resultaat van de besparende maatregelen, dan naar de manier waarop.
Transition Towns, Ecosofia, Zonneterp, Ecodorp Boekel en andere eco-dorpen zijn de ‘living labs’ van mensen die niet alleen duurzaam bouwen, maar het wonen als geheel verduurzamen. Wonen, werken, voedsel verbouwen, biodiversiteit, waterbeheer, recreëren…al deze aspecten worden meegenomen in het ontwerp. Het waardevolle daarvan is het fijnmazig – Internationale – netwerk van mensen die elkaar daarbij inspireren en kennis & ervaring uitwisselen. Zelf doen, integraal en inclusief denken. Los van de wereld van de Energielabels. Het is niet voor niets dat Transition Towns al in 2005 het woord ‘ transitie’ gebruikte.
Inmiddels is er een niet aflatende stroom innovaties aan bouwmaterialen. Xiriton maakt bouwblokken van olifantsgras, Strobaal Bouwblok van stro en leem, er zijn isolatieplaten van algen, hennep, vlas. Nieuwe baksteen van vermalen puin (StoneCycling). Bouwen met zout. Gevelplaten die ruimte bieden aan vogels en vleermuizen. De bio-bouwmarkt wordt steeds veelzijdiger. Helaas wordt deze echter nog maar weinig serieus genomen door de gevestigde bouwwereld. Zij werken met raamcontracten, vaste leveranciers en zijn in de regel vrij conservatief. Hoe kunnen we hen verleiden?
Gelukkig zitten de grote bouwbedrijven alles behalve stil. Misschien was het de Tiny House Movement die bouwbedrijf Heijmans inspireerde tot de Heijmans One; een duurzaam en tijdelijk, eenpersoons huis dat kan worden geplaatst op braakliggende terreinen. BAM is met nieuwe leaseconcepten bezig. De tijd van snel goedkoop bouwen en wegwezen, maakt plaats voor eigenaarschap tot na de afschrijvingstermijn. Dan maak je als bouwer hele andere keuzes. Partijen als Volker Wessels en Strukton zijn al enige tijd zeer actief op duurzaamheid. Circulair beton is in ontwikkeling. Door structureel de samenwerking te zoeken binnen netwerken als MVO Nederland en door langzaam maar zeker aan te sluiten op de onuitputtelijke creativiteit in de samenleving, kunnen deze bedrijven van notoire achterlopers, koplopers worden in duurzaamheid. Laten we daar voor gaan!
Ineke van Zanten en Rinske van Noortwijk hebben in 2003 GreenWish opgericht en maken zich sterk voor meer ruimte voor duurzaam initiatief. Twitter: @inekevanzanten @RinskeGreenWish en @GreenWishNL
Dit blog verscheen op 19 april op de blog van VoordeWereldvanMorgen
Nieuwe initiatieven zijn vaak een voorbode van een ontwikkeling die later gangbaar wordt. Ze geven ons een kijkje in de toekomst. Zo zijn Ineke van Zanten en Rinske van Noortwijk als oprichters van GreenWish – dat ruimte voor duurzame initiatieven faciliteert – sinds 2003 bij meer dan duizend van die initiatieven betrokken geweest. Dat heeft geleid tot een mooie, brede blik op het veld van sociale en duurzame initiatieven. Aan hen vroegen we een aantal trends te selecteren die ze jaren geleden al van veraf zagen aankomen. De derde trend gaat over eerlijke mode.
In 2009 kwam Mireille Geijsen van I-Did bij ons met een nieuw concept: zij lanceerde exclusieve mode van duurzame materialen (vaak hergebruikt), gemaakt door vooral allochtone vrouwen die in Nederland moeilijk aan het werk komen. Deze ‘slow-fashion’ was een antwoord op de voortrazende ‘fast-fashion’ met wegwerp-kleding van de grote merken. Het ging I-did en haar klanten niet alleen om de kleding, maar om het gehele concept. Het gehele verhaal moet kloppen: van grondstof, productie tot afvalstadium. Toch bleek het te vroeg om in Nederland op kleine schaal slow fashion te produceren.
Vanaf die tijd groeide het aantal initiatieven rond duurzame mode in een rap tempo. Désirée Rasenberg zocht in 2010 bijvoorbeeld naar een alternatief voor het vervuilende katoen en viel voor het veel duurzamere jute. In India organiseerde zij de gehele keten, biologisch en sociaal duurzaam. Pure Jute levert niet alleen grote industriële partijen bio-jute, maar ook juist die kleine volumes zijn mogelijk.
Kleine volumes van duurzame materialen is voor kleine merken en jonge ontwerpers moeilijk te vinden. Bio-katoen is bijna niet te krijgen, omdat de grote spelers het allemaal afvangen. Misschien was dat wel een extra impuls achter de opmars van gerecycled materiaal. MUD-jeans kwam met de eerste lease-jeans. Je koopt hem niet, maar de broek blijft eigendom van MUD-jeans. Na een jaar kan je besluiten de jeans voor het restbedrag te kopen, of in de ruilen voor een nieuwe. Hiermee creëerde MUD-jeans haar eigen grondstoffenstroom. De broeken bestaan voor een kwart uit oude spijkerbroeken, momenteel het hoogst haalbare. Maar ook in dit geval was initiatiefnemer Bert van Son eigenlijk te vroeg en het nieuwe businessmodel nog niet helemaal haalbaar. Maar de geest was uit de fles.
Los van de nieuw gemaakte mode van gerecycled materiaal ontstond er een golf van ruil- en deel sites, feesten en evenementen. Verschillende initiatieven zijn nog steeds actief. Zoals Lena- the fashion library, en Krijg de Kleertjes voor kledingpakketten voor baby- en kinderkleding. Het ’Delen is het nieuwe hebben’ in de praktijk. Mode ruilen en delen is de nieuwe mode, net als de algehele ’vintage hype’ van 2e hands winkels met kleding waarmee je jezelf kunt onderscheiden.
In bijna alle gevallen was het voor de initiatiefnemers een zoektocht naar een houdbaar verdienmodel. Hun bijdrage gaat echter veel verder dan die producten. Zij lieten zien dat de wereld kritischer ging kijken naar fast-fashion, met korte levensduur, slechte arbeidsomstandigheden in lage lonen landen en vervuilende productie. Dat er draagvlak ontstond voor eerlijk, nabij en duurzaam. Voor hergebruik en delen. En zij kwamen met innovatieve materialen en sociale innovaties als lease-concepten en kleding-ruil-en customization-feesten. Langzaam begon de systeemwereld interesse te tonen.
MVO Nederland bundelt de innovatiekracht van initiatieven als I-Did en MUD-jeans met de ontwikkelkracht van textielgiganten als C&A en het Nederlandse Leger. Hier komen doorbraken uit, zoals op het gebied van circulaire bedrijfskleding. Zij bemiddelen tussen twee werelden die elkaar niet vanzelfsprekend vinden en snappen, waardoor de transitie versnelt. Inmiddels hebben C&A en H&M eigen recycle-programma’s en duurzame modelijnen, waar partijen als I-Did een rol in spelen.
Daarnaast wordt de slow-fasion op zichzelf ook professioneler, zoals Studio Jux en Kings of Indigo. Dat kunnen zij ook worden, omdat de markt ervoor groeit. Een markt die de koplopers zagen aankomen, en misschien zelfs hebben wakker gekust. Laten we dat niet vergeten.
Ineke van Zanten en Rinske van Noortwijk hebben in 2003 GreenWish opgericht en maken zich sterk voor meer ruimte voor duurzaam initiatief. Twitter: @inekevanzanten@RinskeGreenWish en @GreenWishNL
Foto: I-Did. Foto door Lennert van der Veer
Dit blog verscheen op 12 april op de blog van VoordeWereldvanMorgen
Nieuwe initiatieven zijn vaak een voorbode van een ontwikkeling die later gangbaar wordt. Ze geven ons een kijkje in de toekomst. Zo zijn Ineke van Zanten en Rinske van Noortwijk als oprichters van GreenWish – dat ruimte voor duurzame initiatieven faciliteert – sinds 2003 bij meer dan duizend van die initiatieven betrokken geweest. Dat heeft geleid tot een mooie, brede blik op het veld van sociale en duurzame initiatieven. Aan hen vroegen we een aantal trends te selecteren die ze jaren geleden al van veraf zagen aankomen. De tweede trend gaat over voedselverspilling.
Ongeveer vijf jaar geleden viel het ons op dat er ineens steeds meer initiatieven en ideeën rond voedselverspilling kwamen. Niet alleen bij GreenWish maar ook op andere plekken ontmoetten we mensen die zich druk maakten over het feit dat zoveel voedsel op de afvalberg belandde en daar wat aan gingen doen. Deze voorlopers gaven aan dat het tijd was voor verandering. Een mooi voorbeeld van zo’n initiatief is Kromkommer. De initiatiefneemsters waren in 2012 nog bezig met een studievak rond voedselverspilling en wonnen met hun idee voor “het redden van groenten” de Syntens Co-creatie prijs van Duurzame Dinsdag. Het winnen van die prijs bracht alles in een stroomversnelling; het idee werd een onderneming. Inmiddels brengt Kromkommer verschillende smaken soep op de markt van groenten die anders weggegooid zouden worden.
Ook het initiatief Voedselmarkt is zo’n voorbeeld dat al jaren geleden is gestart. De Voedselmarkt voorkomt dat voedsel op de afvalberg belandt en behoudt zo de waarde in de keten. Twee vissers zagen dat veel van hun vangst lang bleef liggen in koelhuizen. Het werd nooit verkocht. Dat was voor hen aanleiding om een online marktplaats te starten. Bedrijven die partijen voedsel over hebben kunnen dat op deze manier eenvoudig aan andere bedrijven verkopen.
Supermarkten en bedrijven hebben de aandacht voor voedselverspilling de laatste jaren opgepikt. Sinds kort verkoopt supermarkt keten Jumbo bijvoorbeeld ook soepen van “kromme” groenten en de Albert Heijn verkoopt al een tijdje fruit en groenten die er iets minder mooi uit zien tegen een gereduceerde prijs. De supermarktketen lanceerde een app, waarmee je kunt zien welke producten tegen de houdbaarheidsdatum aanzitten en die je vervolgens goedkoper kunt aanschaffen.
Ook buiten Nederland is de strijd tegen voedselverspilling gaande. Op de markt in Brussel worden de overschotten na een marktdag sinds begin dit jaar niet langer vernietigd. De honderden kilo’s fruit en groenten die overblijven, worden ingezameld. Via een speciale website kunnen sociale organisaties dit voedsel bestellen. In Frankrijk gaan ze nog een stapje verder. Sinds eind vorig jaar is daar een wet van kracht die het supermarkten verbiedt voedsel weg te gooien!
Een aantal van die Initiatiefnemers vragen ook aandacht voor voedselverspilling in de horeca. Het initiatief FoodieBag (een van de winnaars van Duurzame Dinsdag in 2013) heeft mooie meeneem-doosjes ontwikkeld. Restauranteigenaars kunnen zo hun gasten de mogelijkheid bieden overgebleven eten mee naar huis te nemen. De FoodieBag was volgens ons de eerste met dit idee in Nederland, inmiddels zijn er meerdere alternatieven op de markt. En natuurlijk restaurant In-Stock in Amsterdam, waar je maaltijd helemaal wordt gemaakt van producten die anders je bord nooit zouden halen.
Consumenten zijn de grootste verspillers: 42% van al het voedsel dat in de prullenbak verdwijnt, gooien we zelf weg, vooral uit angst voor de naderende houdbaarheidsdatum. Op de tweede plek komen de producenten met 39% (dit zijn getallen uit 2014). Ben je nieuwsgierig naar hoeveel voedsel wordt verspild in bijvoorbeeld 20 seconden? Kijk dan eens op de World Food Clock; het is nog meer dan je misschien al denkt. Kijk hier voor handige tips om slimmer in te kopen, slimmer te koken en slimmer te bewaren.
Als je een baanbrekend, goed idee hebt, vertel het de wereld. Via Duurzame Dinsdag, waar GreenWish aan meewerkt, kun je jouw initiatief onder de aandacht brengen van politiek en beleidsmakers. Elk jaar worden de aangemelde initiatieven op de eerste dinsdag van september aangeboden aan een bewindspersoon in het Duurzame Koffertje. Volgens ons heel belangrijk, omdat hierin signalen zitten voor de toekomst. De Koffer voor 2016 is open: aanmelden kan hier. Op 6 september wordt de Koffer aangeboden aan het kabinet.
Ineke van Zanten en Rinske van Noortwijk hebben in 2003 GreenWish opgericht en maken zich sterk voor meer ruimte voor duurzaam initiatief. Twitter: @inekevanzanten @RinskeGreenWish en @GreenWishNL
Foto: Food Waste Fiasco door Sean Aranda cc.
Grebbeberglaan 15
3527 VX Utrecht
Rinske: 0031 (0)6 24 75 72 57
Ineke: 0031 (0)6 24 55 86 46
Email: info@greenwish.nl
IBAN: NL31TRIO0212172042 / BIC: TRIONL24
RSIN nummer: 812734804
Facebook
Twitter
LinkedIn
of via onze
Nieuwsbrief