i-did circular economy

Jezelf steeds opnieuw uitvinden als sociaal ondernemer

I-did is een echte pionier: circulair voordat het een begrip werd, en jezelf steeds opnieuw uitvinden

‘Alles stroomt’

Mireille Geijsen had een vriendin: een hoger opgeleide vluchteling afkomstig uit Koerdistan, nu woonachtig in Nederland. Uit gesprekken bleek hoe graag deze vriendin aan de slag wilde, hoe graag ze zich wilde inzetten in Nederland, maar hoe lastig het voor haar was om aan werk te komen.

Dit was voor Mireille, tot dan toe zelfstandig grafisch ontwerper, de aanleiding om in 2007 een sociale onderneming te starten. In haar onderneming moesten migrantenvrouwen werkervaring kunnen opdoen, terwijl ze producten maakten waar ze trots op konden zijn. Het werd i-did, een bedrijf voor slow fashion met een eigen, duurzaam fashion label. Want in de mode industrie viel ook nog wel iets te verbeteren.

Tien jaar later, in 2017, is i-did een groeiend bedrijf, dat nieuwe design producten maakt van resttextiel van grote bedrijven. Met de gemeente Utrecht als samenwerkingspartner op het gebied van arbeidsre-integratie, en klanten als IKEA, Heineken, Cortina en Initial, lijkt i-did een groot succesverhaal. En dat is het ook, maar als je alleen naar het succes kijkt, mis je een deel van de realiteit: de voortdurende zoektocht naar een sluitend verdienmodel, het proberen te gelde te maken van sociale impact en de taaiheid van arbeidsre-integratie.

Bloed, zweet en tranen, gevolgd door succes, gevolgd door bloed, zweet en tranen en meer succes. Het eigen circulaire model van i-did. En het verhaal van de aanhouder die wint, maar er nooit ‘is’. Want ondernemen is veranderen, en succes is geen statische vorm. Panta rei: alles stroomt.

i-did fase 1: een duurzaam modelabel

Onderin een flatgebouw in Utrecht Overvecht dat wachtte op de sloop, vestigde i-did haar eerste atelier. Een stichting werd opgericht en fondsen werden aangeschreven. Met subsidies werden de eerste naaimachines gekocht, ontwerpen getekend, werknemers gezocht en het modelabel was een feit. Echte slow fashion: kwaliteitskleding voor vrouwen, met op elk label de naam van degene die het kledingstuk gemaakt had. Echte kleding met een verhaal, en empowerment voor de vrouwen die na jaren de deur uitkwamen en op een echte werkvloer met elkaar dit label maakten. Maar winst werd er niet gemaakt: opbrengst uit de verkoop van kleding moest niet alleen de productie van de kleding dekken, maar ook het werven, begeleiden en opleiden van de migrantenvrouwen. Want dat was het hoofddoel van het project en daar waren geen betalende klanten voor.

i-did fase 2: resttextiel van bedrijven

Een aantal fondsen zei het vertrouwen op, de stichting stond onder grote druk, en het model bleek niet werkbaar. Dus ging het eigen label overboord, maar Mireille hield vast aan i-did. Want er kwamen elke dag leerlingen naar het atelier, en het atelier was zo belangrijk voor hen. Op het randje van bankroet diende zich een nieuwe partner aan, die bereid was te investeren, in het nieuwe inmiddels ontwikkelde model. Het werd het upcyclen van resttextiel van bedrijven: nieuwe designproducten van oude collecties en textieloverschotten, die door de producent van de reststroom zelf weer in gebruik wordt genomen. En natuurlijk nog altijd het opleiden van mensen naar werk, want dat is de kern. Dus leerlingen volgen een opleiding, krijgen een empowerment-traject, en doen werkervaring op door mee te draaien in de productie.

In november 2016 lanceerde IKEA Nederland de nieuwe lijn ‘Atterstalla’, prachtige keukenproducten van niet verkochte collectie van het vorige seizoen. Ontworpen en geproduceerd bij i-did, weer te koop in alle Nederlandse vestigingen van IKEA. Een prachtige mijlpaal, en voor alle betrokkenen de aankondiging van ‘het grote werk’. Het grote werk betekent ook: piektijd in de productie, harde deadlines, onzekerheid over volgende opdrachten. Allemaal factoren die lastig combineren met een groep werknemers die onder druk (nog) niet heel goed presteert, die structuur nodig heeft en ook buiten de pieken genoeg werk nodig heeft. En het blijkt, in tegenstelling tot wat veel mensen verwachten, erg lastig om genoeg geschikte kandidaten te vinden die vanuit een uitkeringssituatie weer richting werk willen.

i-did fase 3: blijvend ontwikkelen

Een bezoeker van i-did is steevast onder de indruk bij een bezoek aan het atelier: veel mensen van verschillende achtergronden aan het werk, goede machines, 2 coachruimtes, een leslokaal, gezamenlijke lunch, en overal mooie materialen en design waar je hebberig van wordt. En terwijl alle betrokkenen trots zijn op wat er nu staat, gaat de zoektocht gewoon verder. Hoe kan bv. de toestroom van leerlingen groter en stabieler worden, zodat ook de productiecapaciteit op niveau blijft? I-did is daarvoor ook in gesprek met andere gemeenten, of zij ook een traject voor ‘hun bijstandsgerechtigden’ willen. En er komen nieuwe doelgroepen, met andere vragen. Sinds vorig jaar draait een groepje statushouders mee. Zij kunnen niet mee in de reguliere trajecten, want die tijdsinvestering is te groot naast een inburgeringstraject. Maar ze willen wel heel graag ervaring opdoen in een veilige, Nederlandse bedrijfsomgeving. I-did wil daarom starten met stages voor statushouders.

I-did - circular economy

Succes

En nu de vraag die ik bij GreenWish als ondersteuner van initiatiefnemers vaak krijg: ‘zijn de initiatieven succesvol?’. Mijn antwoord is: sommige wel, sommige niet, maar het antwoord op deze vraag hangt volledig van je definitie van succes af. Ik vind i-did zeer succesvol, als je kijkt wat er is neergezet, en als je kijkt naar voor hoeveel mensen zij al iets heel wezenlijks hebben betekend. Soms is dat toeleiding naar werk, maar ook is het zelfvertrouwen, structuur in je dagelijks leven, houvast, contacten in een veilige setting. Succes zit dus zeker in de maatschappelijke impact voor de doelgroep.

Is er ook commercieel succes? De vlag kan uit: dit jaar draait i-did voor het eerst in de plus. Daar is een lange aanloop aan vooraf gegaan, en er is door veel betrokkenen heel veel geïnvesteerd. Zij vonden, en vinden, de optelsom van een toekomstig sluitend financieel model met alle al gerealiseerde impact het succes waarom zij betrokken zijn en blijven.

Wat vraagt dit van betrokkenen? Veerkracht, heel veel inzet, en jezelf steeds weer uitvinden. En wat brengt het? Een waardevol bedrijf, in alle opzichten.

 

Kike Olsder

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *